Inhoudsopgave
Advertenties
Om de netaansluiting tot stand te brengen, moeten de voedingskabel, de netzekeringen en de voorzieningen voor
het verbreken en schakelen van de voeding lokaal aanwezig zijn. Voor de stroomtoevoer heeft u een 4-aderige
kabel met PE-aardingskabel nodig, volgens de tabel in „Elektrische parameters", Pagina 21.
Let erop dat de bij de dwarsdoorsneden opgegeven lengte van de voedingskabel niet mag worden overschreden,
omdat anders de spanningsval te groot wordt en bij het starten van de motor storingen door te lage spanning op‐
treden.
Elektrische aansluiting tot stand brengen
● Controleer eerst of de op het typeplaatje opgegeven spanning en frequentie met die van uw stroomnet over‐
eenkomen. Zorg ervoor dat de voedingskabel spanningvrij is geschakeld en geborgd tegen opnieuw inschake‐
len.
● Voor het aansluiten van de voedingskabel de servicekap worden verwijderd.
● Gebruik de meegeleverde netaansluitingset om de steekverbinding voor de voedingskabel aan te sluiten.
● Snij de invoertule (1) af overeenkomstig de vorm van de netkabel.
● Bij rondkabels in het gemarkeerde bereik 7 tot 13, bij vlakkabels in het gemarkeerde bereik 18 x 7 tot 20 x 8.
Hierbij is rekening gehouden met kabeldoorsneden van 4 x 1,5 mm
● Schuif de invoertule (1) op de netkabel. Let er hierbij op dat de invoertule(1) strak om de kabel ligt, zodat aan
de beschermingsklasse wordt voldaan.
● Sluit de netkabel aan op de stekker (2) via de klemmen L1, L2, L3 en PE. De meegeleverde adereindhulzen
kunnen eventueel gebruikt worden.
● Schuif de stekker (2) in de behuizing (3) tot hij vast klikt en sluit de behuizing (3) af met de invoertule (1).
● Steek de stekker (2) dan zo ver in de besturing tot de behuizing (3) in de printplaathouder vastklikt.
● Leg tenslotte de netkabel in de doorvoer in de behuizing van de drijfwerk en maak deze met de trekontlasting‐
sklem vast. Bij DC-Com 1 tot 5 moet naargelang het kabeltype (vlak- of rondkabel) de trekontlastingsklem zo
worden gedraaid dat hij past op de kabelcontour.
● Alle onderdelen van de behuizing moeten stevig vastklikken, zodat de afdichting gewaarborgd is!
● Na het aansluiten van de netkabel moet, vóór de inbedrijfstelling van de kettingtakel, de geleiding van de
aardingskabelverbinding worden gecontroleerd.
● Onder last mag de netstekker niet worden uitgetrokken!
Fasevolgorde voor de aansluiting aan het draaistroomnet
De kettingtakel is voor de aansluiting aan een naar rechts (met de klok mee) draaiend net R-S-T geconfigureerd.
Bij aansluiting van de netfasen R-S-T aan L1-L2-L3 in de genoemde volgorde stemmen de drukknoppen Hijsen
en Neerlaten overeen de met bewegingen van de lasthaak. Vervolgens dient de bewegingsrichting te worden ge‐
controleerd zoals hierna beschreven. Als de volgorde van de fasen van de aansluitkabel niet bekend is kunt u de
fasen als volgt aansluiten.
Bewegingsrichting controleren
Om de juiste aansluiting van de fasen te controleren, dient de kettingtakel geschakeld te worden. Schakel het net
in, ontgrendel de noodstop en druk op de drukknopschakelaar op de knop voor „hijsen". De lasthaak moet nu
naar boven gaan.
WAARSCHUWING
Verkeerde bewegingsrichting
Bij een verkeerde bewegingsrichting bestaat er gevaar voor lijf en leven!
–
Als de bewegingsrichting niet klopt, schakel dan de stroomtoevoer van de netschakelaar uit en controleer
of het apparaat spanningsvrij is.
–
Verwissel de draden L2 en L3 van de voedingskabels op de netstekker.
of van 4 x 2,5 mm
.
2
2
45
Advertenties
Inhoudsopgave
