Inhoudsopgave
Advertenties
8.3.4.2
Daadwerkelijke gebruiksduur S bepalen
Voor de elektrokettingtakel kan de daadwerkelijke gebruiksduur S met de volgende methode worden bepaald:
S = k
• T
• f
mi
i
k
, werkelijke factor van het belastingsspectrum
mi
T
: aantal bedrijfsuren
i
f : Factor van de wijze van registratie
Bedrijfsuren (looptijd) T
De looptijd kan via een bedrijfsurenteller worden geregistreerd of middels de volgende methode worden bepaald.
Looptijd per inspectie-interval:
T
=
i
Tab. 41
Alleen de hijs- en neerlaatbewegingen tellen, kat- en kraanrijtijden worden niet meegerekend.
Lastcollectieffactor k
Om de schatting te vergemakkelijken, kan met behulp van lastcollectiefcomponenten k
worden samengesteld. De belasting wordt door de aanduiding 1/4, 1/2, 3/4 last en vollast vereenvoudigd getoond.
Dode lasten worden bij de lasten opgeteld. Lasten tot 20 % van het nominale draagvermogen worden niet mee‐
gerekend.
De looptijd per belasting wordt binnen het inspectie-interval (bijv. 1 jaar) percentueel opgedeeld.
Het volgende staafdiagram toont de lastcollectiefcomponenten k
met vollast bij tijdsaandelen van 5 en 10 %. Grotere tijdsaandelen dienen overeenkomstig te worden opgeteld.
De som van de afzonderlijke individuele lastcollectiefcomponenten k
Diagram
Afb. 40 Belasting (B), Last (L), Tijd (t), Hangende last (1)
Correctiefactor bij registratie
● f = 1,1
Bij registratie van de bedrijfsuren met een bedrijfsurenteller (bij DC-Pro standaard meegeleverd).
● f = 1,2
Bij schatting van de bedrijfsuren en van het lastcollectief.
72
(door de exploitant) bepalen
i
(hijsen + neerlaten) • cycli / uur • werktijd / dag • dagen / inspectie-interval
(door de exploitant)schatten
mi
60 • hijssnelheid
voor de belastingstoestanden zonder last tot en
m
is de lastcollectieffactor k
m
elke belastingsituatie
m
.
mi
Advertenties
Inhoudsopgave
