Pagina 2
Vul de onderstaande tabel in voordat het apparaat voor het eerst in bedrijf wordt genomen. U verkrijgt hierdoor een duidelijk herkenbare documentatie over uw Demag DC-kettingtakel, die bij vragen heldere antwoorden kan verschaffen. Eigenaar Plaats van gebruik Bouwtype...
Inhoudsopgave Algemeen ..................................7 Kettingtakel DC ................................7 Brochures DC ................................7 Symbolen / waarschuwingstermen..........................7 Informatie bij de gebruiksaanwijzing ........................... 8 Aansprakelijkheid en garantie ............................. 9 Auteursrecht ................................9 Gebruik van reserveonderdelen ..........................9 Definitie van groepen personen ..........................9 Kraanboek .................................
Pagina 4
Hoogte-instelling bedieningsschakelaar/bedieningskabel..................31 Drukknopschakelaar..............................31 Montage ..................................32 Algemeen .................................. 32 Veiligheidsinstructies voor de montage........................32 Aanhaalmomenten kettingtakel ..........................34 Montageverloop................................. 35 Drukknopschakelaar aansluiten ..........................36 Bedieningskabel ................................ 37 5.6.1 Technische gegevens bedieningskabel ........................37 5.6.2 Gebruik van de bedieningskabel ..........................37 5.6.3 Hoogte van de drukknopschakelaars instellen......................
Pagina 5
8.5.1 Ophanging ................................. 77 8.5.2 Elektrokap ................................. 77 8.5.3 Demonteer de kettingvanger ............................. 78 8.5.4 Werkeindschakelaar (standaard bij DC-Pro 1-15 en DC-Com 10 inschering 2/1) ............ 79 8.5.4.1 Werkeindschakelaar controleren..........................79 8.5.4.2 Eindschakelaaractivering controleren ........................80 8.5.5 Kettingaandrijving ..............................80 8.5.5.1...
Pagina 6
8.5.9.2 Slipkoppeling instellen ............................. 111 8.5.10 Drijfwerkolie wisselen .............................. 111 8.5.11 Contactor op de stuurprintplaat vervangen ......................113 8.5.12 Relais op de stuurprintplaat vervangen........................114 8.5.13 Bedieningskabel vervangen ............................ 116 Storingen / waarschuwingen ........................... 118 Veiligheidsinstructies bij storingen / waarschuwingen..................... 118 7-segment-display ..............................
De plaatselijke voorschriften voor ongevallenpreventie, die gelden voor het toepassingsgebied, en de algemene veiligheidsvoorschriften moeten eveneens worden nageleefd. De volgende symbolen en instructies waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade of bieden hulp bij het werk. De documentatie kan bij de bevoegde vertegenwoordiger van Demag worden aangevraagd.
Om fouten bij de bediening te vermijden en een storingsvrije werking met onze producten te garanderen, moet de gebruiksaanwijzing te allen tijde voor het bedieningspersoneel beschikbaar zijn. Deze moet in de onmiddellijke omgeving worden bewaard. Demag-kettingtakels worden bedrijfsklaar met een besturingsschakelaar als volledige machine of zonder bedie‐ ningsschakelaar als onvolledige machine geleverd. Volledige machine In lijn met de Machinerichtlijn 2006/42/EG wordt de kettingtakel hieronder ook als machine - in de zin van een volledige machine - aangeduid.
leveringsomvang van de onvolledige of niet samengebouwde machine. Vóór de inbedrijfstelling moet de exploi‐ tant extra maatregelen doorvoeren om de veiligheidsvereisten voor de machine na te komen. De montage van een onvolledige of niet-samengebouwde kettingtakel tot een bedrijfsklare machine dient te ge‐ beuren volgens de richtlijnen van de fabrikant.
Exploitant Als exploitant (ondernemer, onderneming) geldt de persoon of de onderneming die de machine exploiteert en vol‐ gens de voorschriften gebruikt of door hiervoor geschikte en geschoolde personen laat bedienen. Bedienend personeel/machinist Als bedienend personeel of machinevoerder geldt degene die door de exploitant is aangewezen om de machine te bedienen.
Veiligheid Algemene veiligheidsinformatie In het hoofdstuk „Veiligheid” vindt u een overzicht van alle belangrijke veiligheidsaspecten voor zowel een optima‐ le bescherming van het personeel als voor de veilige en storingsvrije werking van het apparaat. Op het moment dat de machine in het verkeer wordt gebracht is hij volgens de geldende, erkende regels der techniek gebouwd en geldt hij als bedrijfsveilig.
Gebruik volgens bestemming Het gebruik van de machine voldoet alleen aan het gebruik volgens de bestemming als de plichten van de exploi‐ tant worden nageleefd, die volgen uit deze gebruiksaanwijzing, en de volgende restricties. Ander of verdergaand gebruik kan leiden tot gevaar voor lijf en leven en/of materiële schade aan de machine en/of de last veroorzaken. ●...
Gevaren die van de machine kunnen uitgaan Voor de machine is een risicobeoordeling uitgevoerd. De daaruit resulterende constructie en uitvoering voldoen aan de huidige stand van de techniek. Toch blijven restrisico's bestaan! GEVAAR Spanningvoerende onderdelen Er bestaat gevaar voor lijf en leven. De elektrische energieën kunnen zeer zware verwondingen veroorzaken.
Verantwoordelijkheid van de exploitant De gegevens met betrekking tot veilig werken hebben betrekking op de op het tijdstip van het vervaardigen van de machine geldende verordeningen van de Europese Unie. De exploitant is verplicht om gedurende de volledige periode dat hij de machine gebruikt, na te gaan of de genoemde maatregelen m.b.t. veilig werken in overeen‐ stemming zijn met de huidige stand van de voorschriften, en de nieuwe voorschriften in acht te nemen Buiten de Europese Unie moet niet alleen de wet- en regelgeving voor veilig werken worden nageleefd die van toepassing is op de plaats waar de machine wordt gebruikt, maar ook de regionale voorschriften en bepalingen.
Verplichtingen voor het bedienend personeel Alleen geautoriseerd en opgeleid technisch personeel mag met de installatie werken. Het personeel moet instruc‐ ties hebben gekregen over gevaren die zich kunnen voordoen en over de functies van de installatie. Iedere persoon, die opdracht heeft werkzaamheden aan de installatie door te voeren of met de machine te wer‐ ken, moet de handleiding vóór het begin van de werkzaamheden aan de installatie gelezen en begrepen hebben.
Noodstopinrichting DSC-5 DSE-10C DSM-C DRC-DC 43713744_xml.eps Afb. 3 Positie van de noodstop (1) Om letsel of materiële schade te vermijden is de machine met een noodstopinrichting (1) uitgerust. Deze bevindt zich op de drukknopschakelaar. Regelmatig moet worden gecontroleerd of de noodstopinrichting goed werkt. Regelmatige controles De exploitant van de machine kan door de nationale wetgeving voor veilig werken en door regionale voorschriften en bepalingen verplicht worden om regelmatig controles uit te voeren.
3.4.1.2 Netzekering (traag) en voedingskabels VOORZICHTIG Om veiligheidsredenen wordt aangeraden om 3-polige automatische zekeringen / contactverbrekers (volgens DIN EN 60898-1, uitschakelkarakteristiek B of C) te gebruiken in plaats van aparte zekeringen. Bij een kortslui‐ ting worden dan alle polen van de energietoevoer verbroken. Bouwtype Spanning 220-240 V...
Pagina 24
Bouwtype Motortype Aantal Insch/h Min. / max. stromen en aanloopstroom Spanning polen Frequentie N min. N max. N max. φN max. (Conformiteit) [kW] [rpm] 0,05 0,75 0,95 0,95 1,45 0,48 DC-Com 1 ZNK 71 B 8/2 0,18 2925 0,90 1,25 1,25 2,75 0,46...
, aanloopstroom I en een lusimpedantie van 200 mΩ. Tab. 12 Afmetingen Zie „Technische gegevens Demag Kettingtakel DC-Pro 1 - 25” Tab. 3, Pagina 7 voor meer informatie, gege‐ vens en afmetingen. Geluidsemissie / geluidsniveau Het geluidsniveau volgens DIN 45635 (L...
Verpakking De Demag kettingtakel, het toebehoren en het rijwerk worden in een kartonnen verpakking verzonden. Wanneer er geen afspraken werden gemaakt voor terugname van de verpakking, dienen de materialen op soort en afmetingen te worden gesorteerd en te worden afgevoerd voor hergebruik of recycling.
Emissie: handels- en licht-industriële omgevingen Tab. 15 Wij adviseren u om in de open lucht toegepaste Demag-kettingtakels te voorzien van een overkapping of de ket‐ tingtakel, het rijwerk en de rijaandrijving, wanneer ze niet worden gebruikt, onder een afdak te rijden.
We raden daarom met klem aan om de speciale ketting van Demag te gebruiken, zodat een veilige werking wordt gegarandeerd. De maximumlevensduur van de ketting kan alleen worden bereikt wanneer de voorgeschreven regelmatige smeringen deskundig worden uitgevoerd. In geval van een kettingwissel moet steeds de volledige kettingaandrijving worden vervangen.
Standaard zijn met de besturing de volgende beveiligingselementen verbonden: ● Werkeindschakelaars voor hijsen en zakken (DC-Pro 1 - 15 en DC-Com 10 inschering 2/1 standaard, DC-Com 1 - 10 inschering 1/1 optioneel) ●...
Het volgende kan worden afgelezen: ● Softwareversie Afb. 7, Pagina 30, ● Bedrijfsuren Afb. 8, Pagina 30, ● Bedrijfstoestanden „Bedrijfstoestanden / algemene meldingen”, Pagina 120, ● Waarschuwingen „Waarschuwingen”, Pagina 121, ● Foutmeldingen „Foutmeldingen”, Pagina 122. 4.4.3 Weergave van softwareversie, bedrijfsuren, aantal cycli Weergave van de softwareversie...
Centrale serviceruimte Afb. 10 Alle belangrijke servicewerkzaamheden kunnen op een centrale plaats, de serviceruimte, worden uitgevoerd. On‐ der de slagvaste kunststofkap zijn de relevante stekkers voor stroomvoeding, drukknopschakelaar en rijaandrij‐ ving geplaatst. Eveneens wordt vanuit deze locatie de ketting gesmeerd. Bovendien wordt het niet-benodigde deel van de bedieningskabel onder deze kap opgeborgen.
De installatie van de Demag kettingtakels komt in alle punten overeen met de aktueel geldende DIN VDE- en on‐ gevallenpreventievoorschriften. Let erop dat bij ondeskundige ingrepen deze conformiteit vervalt.
Pagina 33
Het pijltjessymbool op de besturingselementen moet overeenkomen met de bewegingsrichting. Elektrische veiligheid Bij het gebruik van Demag-kettingtakels is in principe de gebruiksaanwijzing van de kettingtakel bindend. Deze gebruiksaanwijzing bevat alleen standaardschakelschema's. Naargelang de uitvoering van de kettingtakel geldt eventueel een orderspecifiek schakelschema.
VOORZICHTIG Losse verbindingen Losse verbindingen kunnen leiden tot gevaar voor lijf en leven en houden gevaar in voor schade aan de machi‐ Voor Demag-kettingtakels worden hoofdzakelijk moeren van massief metaal met klemgedeelte (zelfborgende moeren) gebruikt. – Ze mogen niet worden vervangen door normale moeren.
Montageverloop Haal alles uit de verpakking en voer het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk af „Transport, verpakking, leveringsomvang, opslag”, Pagina 26. Controleer op volledigheid „Transport, verpakking, leveringsomvang, opslag”, Pagina 26. Sluit indien nodig de drukknopschakelaar aan „Drukknopschakelaar aansluiten”, Pagina 36. Welke ophangbeugel is geschikt voor de ophanging? ...
Drukknopschakelaar aansluiten Afb. 11 De bedieningsschakelaar is voorzien van een steker. De steker aan het einde van de bedieningskabel is draai‐ baar in de bajonethuls vergrendeld. Een niet vergrendelde steker kan worden getrokken en moet d.m.v. druk weer vergrendeld worden. Wanneer de kettingtakel niet wordt geleverd met compleet aangesloten drukknopschakelaar, sluit dan de druk‐...
De drukknopschakelaar kan op de kettingtakel zelf of verplaatsbaar zijn gemonteerd, zie „Verrijdbare bestu‐ ring”, Pagina 41. Bedieningskabel 5.6.1 Technische gegevens bedieningskabel Pos. Naam Zakje met slang Bedieningsknop bedieningskabelblokkering Schroef bedieningskabelblokkering, aanhaalmoment 11 Nm Haakweg Kabellengten 0,8 m - 2,8 m 0,8 m - 3,8 m 3,8 m - 6,8 m 6,8 m - 9,8 m...
5.6.3 Hoogte van de drukknopschakelaars instellen Afb. 14 Bedieningskabelblokkering vast Bedieningskabelblokkering los Draai de schroef van de servicekap los. Open de servicekap en koppel hem los. Neem de tas met de bedieningskabel eruit en open hem. Neem de bedieningskabel uit de zak. Schuif de bedieningsknop van de bedieningskabelblokkering naar boven en houd hem in die stand.
5.6.4 Draagbuis op de drukknopschakelaar DSC, DSK of DST monteren Drukknopschakelaar DSC demonteren ● Schuif de knikbescherming op de bedieningskabel naar boven. Koppel de drukknopschakelaar los van de be‐ dieningskabel door de bajonetstekker te draaien. Zie ook paragraaf „Drukknopschakelaar aansluiten”, Pagi‐ na 36.
Pagina 40
Knip voorzichtig de stekkerfitting (5) open met een kniptang (zijsnijder) of soortgelijk werktuig. Verwijder de stek‐ kerfitting (5) van de bedieningskabel (4). Let erop dat u de bedieningskabel niet beschadigt. ● Leid de bedieningskabel (4) in de drukknopschakelaar DSK en sluit de stekker (6) aan. ●...
Kettingtakel ophangen 5.7.1 Veiligheidsinstructies voor het ophangen van de kettingtakel GEVAAR Overbelasting Er bestaat gevaar voor lijf en leven door overbelasting van de componenten. De ophanging/draagconstructie moet berekend zijn op de maximale belasting door de kettingtakel bij normale gebruiksomstandigheden GEVAAR Vallen van de kettingtakel Gevaar voor lijf en leven of materiële schade.
Netaansluiting Afb. 23 Pos. Naam Pos. Naam Pos. Naam Trektontlastingsbevestiging Afdichting invoertule Netaansluiting DC 1 - 5 Trektontlastingsbevestiging Stekker 4-polig Uitsparing voor rondkabel DC 10 Trektontlastingsbevestiging Stekkerbehuizing Uitsparing voor vlakkabel DC-Pro 15 Tab. 25...
Pagina 45
Om de netaansluiting tot stand te brengen, moeten de voedingskabel, de netzekeringen en de voorzieningen voor het verbreken en schakelen van de voeding lokaal aanwezig zijn. Voor de stroomtoevoer heeft u een 4-aderige kabel met PE-aardingskabel nodig, volgens de tabel in „Elektrische parameters”, Pagina 21. Let erop dat de bij de dwarsdoorsneden opgegeven lengte van de voedingskabel niet mag worden overschreden, omdat anders de spanningsval te groot wordt en bij het starten van de motor storingen door te lage spanning op‐...
Schakelschema's en stuurprintplaat 5.10.1 Algemene informatie over de schakelschema's Overige schakelschema's zie „www.dc.demag-designer.com”. Voor meer schakelschema's met rijaandrijving E11 - E34, zie Tab. 3, Pagina 7 Montagehandleiding rijaandrij‐ ving E11-E34 DC (II). Voor meer informatie over de rijaandrijving E11 - E34, zie Tab. 3, Pagina 7 Montagehandleiding rijaandrijving E11-E34 DC (I).
5.11.3 Betekenis van de parameters Vanaf softwareversie 2.10 kunnen de volgende parameters worden ingesteld: Weergave parameternummer Parameternaam Weergave parameterwaarde Opmerking Fabrieksinstelling V1/V2 Hijswerktuig uitsluitend V2- snelheid Fabrieksinstelling: drukknopschakelaar wordt vergrendeld wanneer meerdere knoppen worden ingedrukt. Vergrendeling van de druk‐ knopschakelaar Wanneer Hijsen en Zakken samen worden ingedrukt, dan heeft de eerst ingedrukte knop prioriteit.
Pagina 53
Bedieningsstap 4: Stap 5: Stap 6: „P.” gaat uit na ca. 2 seconden. Druk de knop „Hij‐ Drukknop loslaten. De parameterinstelmodus is nu Door op de knop „Neerlaten” te drukken, kunnen de sen” weer in en houd deze ingedrukt tot „o.” (voor actief.
5.12 Onderste haakpositie instellen Afb. 35 Pos. Naam Pos. Naam Buffer (optie eindschakelaar) Aanslagstuk Dempingsplaat Onbelaste kettingstreng Bufferplaat Tab. 35 Bij het bepalen van de haakweg/hijshoogte moet in acht worden genomen dat de lasthaak in de laagste haakposi‐ tie de vloer raakt. Standaard worden de kettingtakels geleverd met een haakweg van 5 m of 8 m. Zet het aanslagstuk vast op de 5e kettingschakel van de onbelaste kettingstreng.
Eerste inbedrijfstelling Veiligheidsinstructies bij de eerste inbedrijfstelling De machine mag alleen worden overgedragen wanneer uit de desbetreffende controle blijkt dat de machine veilig is „Controles bij de inbedrijfstelling, overdracht”, Pagina 57. WAARSCHUWING Bij de eerste inbedrijfstelling is de bedrijfsveiligheid van de machine nog niet gewaarborgd. Machines mogen alleen in bedrijf worden genomen wanneer ze overeenkomstig de montagehandleiding zijn ge‐...
Controles vóór de eerste inbedrijfstelling WAARSCHUWING Voortijdige slijtage van de ketting! Gevaar voor het vallen van de last door kettingbreuk. De ketting moet over de gehele lengte worden gesmeerd. Ook verdekt liggende kettingschakels bijv. in het kettingankerpunt, in het haaktuig, in het aanslagstuk of het kat‐ frame moeten volledig worden gesmeerd.
Controles bij de inbedrijfstelling, overdracht WAARSCHUWING Niet geoorloofd bedrijf Er bestaat gevaar voor lijf en leven wanneer de machine wordt gebruikt zonder voorafgaande controle. Machines mogen uitsluitend in bedrijf worden gesteld, wanneer zij conform de voorschriften voor ongevallenpre‐ ventie gecontroleerd zijn. De exploitant borgt bij de eerste inbedrijfstelling met door hem getroffen of in opdracht gegeven, gepaste maatre‐...
Bediening Veiligheidsinstructies voor de bediening WAARSCHUWING Ondeskundige bediening Er bestaat gevaar op letsel bij ondeskundige bediening. Ondeskundige bediening kan ernstig letsel en/of materiële schade tot gevolg hebben. Het apparaat mag alleen worden bediend door geautoriseerd, geschoold personeel met inachtneming van alle ongeval- en veiligheids‐ voorschriften.
Bedrijfsveiligheid garanderen Door bijzondere plaatselijke omstandigheden of bijzondere toepassingen kunnen zich situaties voordoen die bij het opstellen van dit hoofdstuk nog onbekend waren. De exploitant moet in dit geval borgen dat de machine zon‐ der risico kan worden gebruikt, of de machine stilzetten tot in overleg met de fabrikant of andere bevoegde instan‐ ties maatregelen worden bepaald en uitgevoerd voor een gevaarloze werking.
7.2.2 Functionele controle Aanwijzing voor gebruikers in het toepassingsgebied van de Bondsrepubliek Duitsland conform de wet- en regel‐ geving van de Duitse wettelijke ongevallenverzekering DGUV: Volgens de DGUV moet de kraanmachinist bij aanvang van de werkzaamheden o.a. de werking van de nood‐ eindstopvoorziening controleren.
Belangrijke instructies voor gebruik Houd rekening met de volgende aanwijzingen tijdens de werking: – Zet de machine onmiddellijk buiten werking wanneer u een gebrek of onregelmatigheden in de werking vast‐ stelt. – De bediener heeft de plicht om minstens eenmaal per ploegendienst de machine te controleren op herken‐ bare schade en dit onmiddellijk te melden.
7.3.3 Last bewegen – Neem bij hijs- en rijbewegingen een positie in die vrij zicht op de gevarenzone geeft, of schakel een tweede persoon in die de gevarenzone kan overzien. – Handmatig verrijdbare hijswerktuigen/katten/kranen mogen alleen met de hand worden verreden door aan de last, het onderblok of het haaktuig te trekken of te duwen.
7.3.5 Last verrijden met drukknopschakelaar ● Hijsen: bediening van de knop verrijdt de last naar onder/boven. ● Katrijden: bediening van de knop verrijdt de kettingtakel binnen de kraanbrug naar links/rechts. ● Kraanrijden: bediening van de knop verrijd de kraanbrug in de leng‐ terichting van de langsligger naar voren/achteren.
7.3.7 Werking van de noodstopinrichting Bij het activeren van de noodstop wordt de stroomtoevoer naar de hijsmotor onmiddellijk uitgeschakeld en treedt de mechanische rem in werking, zodat de beweging tot stilstand komt. Opnieuw in werking stellen is alleen moge‐ lijk door de noodstop te ontgrendelen wanneer er geen hijs- of neerlaatcommando's actief zijn (verplichte nul‐ stand).
● verder gebruik van de machine geen risico inhoudt. Drukknopschakelaar Naargelang de vereisten kan de Demag-kettingtakel worden uitgerust met verschillende bedieningsschakelaars. Informatie over het bedienen van de drukknopschakelaar en de functie van de knoppen kunt u vinden in de des‐...
Koppel de kettingtakel aan het einde van de werkzaamheden of als u het werkstation verlaat van het stroomnet. Neem het volgende in acht als de Demag-kettingtakel permanent aan het stroomnet blijft aangesloten: ● De kettingtakel is niet beveiligd tegen abusievelijk inschakelen of tegen inschakelen door onbevoegden en dus ook niet tegen ongewilde beweging.
VOORZICHTIG Losse verbindingen Losse verbindingen kunnen leiden tot gevaar voor lijf en leven en houden gevaar in voor schade aan de machi‐ Voor Demag-kettingtakels worden hoofdzakelijk moeren van massief metaal met klemgedeelte (zelfborgende moeren) gebruikt. – Ze mogen niet worden vervangen door normale moeren.
VOORZICHTIG Risico op letsel! Oliën en smeermiddelen kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid! Het contact met deze media kan zware gezondheidsschade tot gevolg hebben (vergiftiging, allergieën, geïrri‐ teerde huid, enz.). VOORZICHTIG Risico op letsel! Lekkage van olie en smeermiddelen kan gevaarlijk zijn door het grote risico op uitglijden. Bind gemorste of gelekte oliën en smeermiddelen onmiddellijk met zaagsel of een olieabsorptiemiddel en voer ze milieuvriendelijk af.
Beschadigde of vervormde borgclips en spanhulzen moeten worden vervangen. Defecte schroefverbindingen moeten worden vervangen. Dank gebruiksmiddelen en hulpstoffen en vervangen onderdelen op milieuvriendelijke wijze af. Na onderhoudswerkzaamheden Installeer na de onderhoudswerkzaamheden de veiligheidsvoorzieningen opnieuw conform de voorschriften en controleer de werking ervan. Nadat de kettingtakel weer volledig is gemonteerd, moet een test met deellast worden uitgevoerd.
8.3.3 Levensduur van de contactor Het schakelapparaat verslijt door het gebruik van de kettingtakel. De levensduur ervan is bepaald voor de opge‐ geven belastinggroep. Bij extreem vaak schakelen is voortijdige slijtage mogelijk. Motortype Displaywaarde C bij U 380 - 575 V Displaywaarde C bij U 220 - 240 V Kettingtakel...
Pagina 71
gebruiksduur met het achtvoudige toe en bij gemiddeld gebruik van een kwart van de volledige last met het 64- voudige.
8.3.4.2 Daadwerkelijke gebruiksduur S bepalen Voor de elektrokettingtakel kan de daadwerkelijke gebruiksduur S met de volgende methode worden bepaald: S = k • T • f , werkelijke factor van het belastingsspectrum : aantal bedrijfsuren f : Factor van de wijze van registratie Bedrijfsuren (looptijd) T (door de exploitant) bepalen De looptijd kan via een bedrijfsurenteller worden geregistreerd of middels de volgende methode worden bepaald.
8.3.5 Algehele revisie De kettingtakels zijn ontworpen voor een gebruiksperiode van minstens 10 jaar tot de eerste algehele revisie. Voorwaarde is dat de gebruiksduur van de opgegeven drijfwerkgroep het daadwerkelijke gebruik niet heeft over‐ schreden. Wanneer het daadwerkelijke gebruik de voor de drijfwerkgroep geldende theoretische gebruiksduur heeft bereikt, mag de kettingtakel pas na een algehele revisie verder worden gebruikt.
Service- en onderhoudsschema Werkzaamheid Paragraaf Vóór eerste in‐ Bij werkbegin In het kader bedrijfstelling van de jaarlijk‐ se inspectie Geleiding van de aardingskabelverbinding controleren Noodstopinrichting controleren Bewegingsrichting controleren „Netaansluiting”, Pagina 44 7-segment-display controleren „7-segment-display voor bedrijfsstatus en foutmeldingen”, Pagina 29, ...
„Maatregelen voor het realiseren van vei‐ lige bedrijfsperioden (S.W.P.)”, Pagina 70 Demag-set speciaal voor de algehele revisie van kettingtakels inbouwen De kleine onderdelen, zoals bouten of schijven die bij onderhouds- en montagewerkzaamheden moeten worden vervangen, worden niet apart vermeld. De in het controle- en onderhoudsschema aangegeven werkzaamheden dienen bij een algehele revisie te worden uitgevoerd.
8.5.3 Demonteer de kettingvanger Afb. 44 – Schroef de servicekap (1) open en koppel hem los. – Leg de zak (2) met de bedieningskabel boven op de kettingtakel. – Koppel de veer (3) los en leg hem daarnaast in de uitdieping in de kettingvanger. –...
8.5.4 Werkeindschakelaar (standaard bij DC-Pro 1-15 en DC-Com 10 inschering 2/1) 8.5.4.1 Werkeindschakelaar controleren GEVAAR Kettingbreuk en vallende last Bij het herhaaldelijk bereiken van de noodeindpositiebegrenzing kan de ketting breken of kan de last omlaag vallen. Bij kettingtakels waarbij de werkeindschakelaar ontbreekt of defect is, vervult de slipkoppeling van de kettingta‐...
8.5.4.2 Eindschakelaaractivering controleren De eindschakelaaractivering op uitwendige beschadiging controleren, bijv. verbogen activeringsplaat. 8.5.5 Kettingaandrijving 8.5.5.1 Kettingwiel controleren Aangezien het kettingwiel samen met de kettingset wordt vervangen, is onder normale omstandigheden geen verdere controle noodzakelijk. Indien u evenwel een onrustige en harde loop van de kettingaandrijving vaststelt, kan dit wijzen op slijtage.
8.5.5.4 Hijsketting controleren Vervangingsgrens van de originele Demag ketting controleren Voor de exploitanten van hijswerktuigen is naast de technisch juiste keuze van het hijswerktuig voortdurende bewaking van de schalmenketting tijdens het gebruik - DIN 685 deel 5 - een dwingend voorschrift voor optimale bedrijfsveiligheid en het voorkomen van ongevallen met niet te voorziene schade.
Pagina 82
Vervangingsgrens van de originele Demag ketting meten U kunt met twee meetmethodes bepalen of de originele Demag ketting de vervangingsgrens bereikt heeft: ● Meting met schuifmaat: - slijtage van de afzonderlijke schakels Afb. 51, Pagina 82; - over 11 kettingschakels Afb. 52, Pagina 82 ●...
Pagina 83
Met meetapparaat over 11 kettingschakels meten Afb. 53 De vervangingsgrens is nog niet bereikt. Het vervangen van de ketting is nog niet nood‐ DC / DK / PK nieuwe ketting zakelijk. De ketting moet worden vervangen, wanneer de meetbout niet meer in de 11e kettingschakel kan worden geschoven PK oude ketting Meetpen...
● kettinggeleiding met afstroopplaat en sluitkap, ● kettingontvlechterplaat, ● buffer voor bovenste en onderste haakpositie ● tube Demag-kettingvet, ● borgring. Bij inschering 2/1 ook ankerpuntbouten en kettingankerpunten De kettinggeleiding is vooraf gemonteerd, de ketting is reeds in de kettinggeleiding geplaatst.
8.5.5.6 Beschikbare hijskettingen De originele Demag ketting is een gekeurde schalmenketting volgens EN 818-7 en voldoet daarom aan de richtlij‐ nen en controlecriteria voor schalmenkettingen voor gebruik bij hijswerktuigen, de testvoorschriften conform DIN 685 deel 5 1981 nov en de voorschriften van de Duitse wettelijke ongevallenverzekering (DGUV).
8.5.5.7 Kettingset vervangen Afb. 54 Er zijn verschillen varianten van de kettinggeleiding; de illustraties zijn ook exemplarisch. De volgorde van wer‐ ken is bij het vervangen van de kettingset grotendeels gelijk. U vindt de bijzonderheden voor de desbetreffende kettinggeleiding vanaf „Kettinggeleidingen tot 03/2019 en vanaf 04/2019”, Pagina 91 WAARSCHUWING Zwevende last! Vallende onderdelen! Als gehesen lasten naar beneden vallen, bestaat er gevaar voor lijf en leven.
Pagina 87
– Leg de zak (2) met de bedieningskabel op de kettingtakel; trek de netstekker (3) met de gemonteerde netka‐ bel (4) los en leg hem opzij; als een rijaandrijving aanwezig is: verwijder de verbindingskabel uit de trekont‐ lasting; – Maak de sluitkap (5) met een schroevendraaier los (eruit wippen); –...
Pagina 88
– Demonteer met een borgringtang de borgring (8); gebruik hiervoor een rechte of kromme tang (toegang door opening in de drijfwerk aan de zijkant van de motor of vanuit de serviceruimte); DC 1 tot 5: in het bereik van de netstekker; DC 10: afdekking van de opening van de drijfwerkbehuizing (9) zijdelings wegklappen.
Pagina 89
Borgring monteren ● De stansbraam van de borgring (1) moet naar de motor wijzen. De correcte passing van de borgring is gewaarborgd, wanneer deze na de montage op de uitgaande as zonder grote krachtinspanning kan worden gedraaid. GEVAAR Kettingbreuk en vallende last Door een foutief gemonteerde ketting kan de ketting bre‐...
Pagina 90
Kettingankerpunt DC 15 inschering 2/1 monteren Monteer het kettingankerpunt bij de DC-Pro 15 inschering 2/1 vóór het aanschroeven van de ontvlechtingsplaat (4). ● Bij de demontage van het kettingankerpunt moeten beide bouten (1) slechts zo ver uit de boringen worden geschoven dat het kettingan‐ kerpunt kan worden afgenomen.
Aanhaalmomenten [Nm] DC 1 / 2 DC 5 DC 10 DC-Pro 15 Inschering Servicekap Aanslagstuk Kettingankerpunthelften 10,5 Ontvlechtingsplaat Tab. 54 8.5.5.8 Kettinggeleidingen tot 03/2019 en vanaf 04/2019 Kettinggeleiding DC 1–2 tot 03/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Kettinginloopplaat Tab. 55 43718744_xml.eps 43718744_xml.eps Afb.
Pagina 92
Kettinggeleiding DC 1–2 vanaf 04/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Kettinginloopplaat boven Kettinginloopplaat onder Tab. 56 43718844_xml.eps Afb. 63 Kettinggeleiding DC 5 tot 03/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Tussenplaat Kettinginloopplaat Tab. 57 43718944_xml.eps Afb. 64...
Pagina 93
Kettinggeleiding DC 5 vanaf 04/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Kettinginloopplaat boven Kettinginloopplaat onder Tab. 58 43719044_xml.eps Afb. 65 Kettinggeleiding DC 10 tot 03/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Tussenplaat Kettinginloopplaat boven Kettinginloopplaat onder Tab. 59 43719144_xml.eps Afb. 66...
Kettinggeleiding DC 10 vanaf 04/2019 Pos.nr. Benaming Kettinggeleiding Kettinginloopplaat boven Kettinginloopplaat onder Tab. 60 43719244_xml.eps Afb. 67 8.5.5.9 Hijsketting smeren Hijskettingen moeten na het inbouwen en vóór testbelasting en inbedrijfstelling alsmede gedurende het gebruik in ontlaste toestand met een tandwielvet, bestelnr. 665 009 44, op de scharnierpunten gesmeerd worden. Al naar gelang werkings- en belastingsomstandigheden moeten de kettingen - na reiniging vooraf - deskundig op de scharnierpunten nagesmeerd worden.
Pagina 95
Kettingtakel DC 1 - 10 Knip de punt van de vettube af en steek de vettube in het smeerpunt. Terwijl u op de tube te drukt en zo vet in de kettinggeleiding aanbrengt, moet de ketting naar zijn eindposities worden bewogen zodat de ketting volledig en gelijkmatig gesmeerd wordt.
8.5.6.4 Haaktuig DC 1 - 15 (vanaf 12/2017) vervangen Afb. 71 Pos. Naam Pos. Naam Pos. Naam Hijsketting Kettingsluitstuk Haaktuighelft Bus van haaktuig O-ring Schroefverbinding van haaktuig Axiaal kogellager met sleuf Lasthaak Bedrijfslastplaat Steunplaat Tab. 62 GEVAAR Vallende last Door niet-correcte montage kan de last vallen. Let bij de montage op de juiste volgorde en oriëntering van de afzonderlijke onderdelen.
Pagina 99
(4) en het kettingsluitstuk (5) in helft van het haaktuig (8). – Plaats de lasthaken (7) daaronder met de O-ring (6). – Monteer de schroefverbinding van het haaktuig (9) en haal deze met het juiste aanhaalmoment aan. Aanhaalmomenten [Nm] DC-Pro 1 DC-Pro 2 DC-Pro 5 DC-Pro 10 Haaktuig 11,5 25,0 Tab.
8.5.6.5 Haaktuig DC-Pro inschering 1/1 vervangen Afb. 72 WAARSCHUWING Voortijdige slijtage van de ketting! Gevaar voor het vallen van de last door kettingbreuk. De ketting moet over de gehele lengte worden gesmeerd. Ook verdekt liggende kettingschakels bijv. in het kettingankerpunt, in het haaktuig, in het aanslagstuk of het kat‐ frame moeten volledig worden gesmeerd.
Leg de ketting en de kettingsluitschakels (2) in de nieuwe haak en op de bovenste helft van het haaktuig (3). Let daarbij op de juiste positie van de aanslagnok (4). Trek de schroeven van de behuizing aan volgens de aanhaalmomenttabel. Aanhaalmomenten [Nm] DC-Pro 1 DC-Pro 2 DC-Pro 5 DC-Pro 10...
8.5.6.7 Onderblok met externe uitschakelveren inschering 2/1 vervangen Afb. 74 Aanhaalmomenten [Nm] DC 10 / DC-Pro 15 Onderblok met externe uitschakelveren 55,0 Tab. 66 8.5.7 Buffers/ uitschakelveren 8.5.7.1 Uitschakelbuffer / uitschakelveer controleren Afb. 75 Voorbeelden van slijtage Slijtage van buffers: Voer in het kader van de jaarlijkse inspectie ook een visuele controle van de buffers uit.
Pagina 106
8.5.7.3 Opbouw buffer / uitschakelveer vanaf 11/2018 A, B, C, H, I, J, K D, E 43716544_xml.eps Afb. 77 Uitschakelbuffer (1), bufferplaat (2), dempingsplaat (3), uitschakelveer (4) Bij kettingtakels op 60 Hz met werkeindschakelaar moet de uitschakelveer worden vervangen: ● V8-veer ➔ V16-veer; ●...
Montage en onderhoud Afb. 79 Vet bij het monteren van de rem de omgeving van de V-afdichtring (1) op de rem licht in. Hierbij mag geen vet in de rem binnendringen. De afdichtingslip rondom moet vlak tegen de achterkant van de rem aan liggen. Voor de jaarlijkse inspectie moet de V-afdichtring (1) van de rem opnieuw worden ingevet met rollagervet zonder vast smeermiddel.
8.5.9.2 Slipkoppeling instellen De slipkoppeling wordt bij de eindcontrole in de fabriek op het draagver‐ mogen van de kettingtakel ingesteld. Het is niet toegestaan het active‐ ringsmoment te verhogen tot een waarde hoger dan de fabrieksinstel‐ ling, zie ook „Kettingtakel ophangen”, Pagina 42. Bij de kettingtakel DC ≥...
Pagina 112
Oliekwaliteit Universele drijfwerkolie Shell Donax TD 10W-30 met slijtage minimaliserende toevoegingen, viscositeitsbereik 10W-30. Bij een omgevingstemperatuur hoger dan + 45 °C of lager dan -20 °C moet u contact met de fabrikant opnemen. VOORZICHTIG Bedrijfsveiligheid niet gewaarborgd Bij toepassing van niet-goedgekeurde olie kunnen functiestoringen van de slipkoppeling ontstaan, waardoor de bedrijfsveiligheid niet meer gewaarborgd is.
8.5.11 Contactor op de stuurprintplaat vervangen Afb. 83 Ontgrendel de contactorbevestiging door met uw duim op de vergrendellip (A) te drukken. Buig daarbij de vergrendellip (A) voorzichtig van de contactor af. Kantel vervolgens de contactor (B) met uw andere hand zo, dat de vergrendeling niet meer kan inhaken. Ontgrendel nu de tweede, tegenovergelegen vergrendellip (A) (zoals beschreven onder 1.).
8.5.12 Relais op de stuurprintplaat vervangen Afb. 84 (A) stuurprintplaat; (B) contactor; (C) relais; (D) veerbeugel; (E) schroevendraaier Wrik met een schroevendraaier (E) de veerbeugel (D) aan één zijde los. Maak de veerbeugel (D) vervolgens ook aan de andere zijde los. Trek de veerbeugel (D) omhoog, van de relais (C) af.
8.5.13 Bedieningskabel vervangen Afb. 85 Koppel de kettingtakel los van het stroomnet (netschakelaar) en beveilig hem tegen opnieuw inschakelen. Open de servicekap en koppel hem los. Neem de zak (1) met de bedieningskabel uit de kettingtakel en maak hem open. Neem de bedieningskabel uit de zak.
Pagina 117
Schroef de elektrokap los en verwijder hem. Maak de schroef (3) op de blokkering van de bedieningskabel los en verwijder de blokkering. Rijg de bedie‐ ningskabel uit. Monteer de nieuwe bedieningskabel in omgekeerde volgorde. Let daarbij op het volgende: ● de groef van de stekkervatting met de bescherming tegen verdraaien in de elektrobehuizing en ●...
Storingen / waarschuwingen Veiligheidsinstructies bij storingen / waarschuwingen WAARSCHUWING Ondeskundig verhelpen van storingen Er bestaat gevaar voor lijf en leven. Gevaar voor schade aan de machine. Storingen mogen alleen door geautoriseerd, opgeleid vakpersoneel ( „Definitie van groepen personen”, Pagi‐ na 9) met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften worden verholpen. GEVAAR Spanningvoerende onderdelen Er bestaat gevaar voor lijf en leven.
7-segment-display Het 7-segment-display bevindt zich aan de onderkant van de kettingtakel achter een inspectievenster. Waarschuwingen worden voorafgegaan door dit bliksemsymbool. Een beweging in de tegenovergestelde richting is mogelijk; de waar‐ schuwing hoeft niet met behulp van de noodstop te worden vrijgegeven. Afb.
Bedrijfstoestanden / algemene meldingen Afb. 88 Pos. Weer‐ Storing / gebeurtenis Mogelijke oorzaak Opmerking gave Geen hijsen, geen neerla‐ Geen stroomtoevoer (display donker) Netaansluiting en zekering controleren; aansluitkabel op ten. onderbreking controleren; netstekker in de serviceruimte controleren. Contoleer de PE-fase op correcte aansluiting. Geen hijsen, geen neerla‐...
Waarschuwingen In het algemeen worden alle waarschuwingen gegenereerd door een vergelijking van het gewenste en het daad‐ werkelijke toerental. Toerentalafwijkingen kunnen verschillende oorzaken hebben: ● Verkeerd ingestelde slipkoppeling ● Een slepende rem; of ● Een vervuilde of defecte toerentalsensor Deze oorzaken kunnen tot meerdere waarschuwingen leiden. Er zijn verschillende maatregelen nodig om waarschuwingen op te heffen: - De toerentalsensor met perslucht reinigen (bijv.
Foutmeldingen Afb. 90 Weergavevoorbeelden Pos. Weer‐ Storing / gebeurtenis Mogelijke oorzaak Opmerking gave E.1. Kettingtakel is geblok‐ Hardwarefout in de besturing. Foutmelding door activeren en ontgrendelen van Noodstop keerd. controleren. Druk vervolgens op Neerlaten. Steun evt. de hangende last Bewakingselektronica defect. Hijsbesturing vervangen.
Demontage/afvalverwijdering 10.1 Algemeen WAARSCHUWING Volg voor demontage de veiligheidsinstructies in paragraaf „Onderhoud”, Pagina 67 in deze gebruiksaanwij‐ zing op. Meer informatie over het demonteren van railstukken, rijwerken en stroomafnemerwagens vindt in de paragraaf „Montage”, Pagina 32 in deze gebruiksaanwijzing. Het demonteren van de overige onderdelen gebeurt in om‐ gekeerde volgorde van de montage.
Pos.nr. Bestelnr. Stuks Benaming Materiaal Norm 75115646 Enkele ketting per meter DC1/2; 4,2 x 12,2 mm 75115746 Enkele ketting per meter DC5; 5,3 x 15,2 mm 75115846 Enkele ketting per meter, DC10; 7,4 x 21,2 mm; let op: Bij kettingwissel DC10, inschering 2/1, moeten ook kettingankerpunten en ankerpunt‐ bouten worden vervangen;...
Pagina 133
Kettinggeleiding DC 5 Pos.nr. Bestelnr. Stuks Benaming Kettinggeleidingsset 75318133 (incl. kettinginloopplaat boven en onder) niet afgebeeld 75115746 Ketting 5,3 x 15,2 mm Tab. 83 43719045_xml.eps Afb. 96 Kettinggeleiding DC 10 Pos.nr. Bestelnr. Stuks Benaming Kettinggeleidingsset 75318233 (incl. kettinginloopplaat boven en onder) niet afgebeeld 75115846 Ketting 7,4 x 21,2 mm...
11.7 Haaktuig DC-Pro tot 06/2018 Afb. 99 (wordt vanaf 2017 vervangen door haaktuig DC 1 —10) Pos.nr. Bestelnr. Stuks Benaming 71798033 Haaktuigset DC1/2 71898033 Haaktuigset DC 5 71598033 Haaktuigset DC10 72144133 Haaktuig DC16/DK16 DC 15 71728133 Set haaktuighelften DC1/2 zonder haak 71828133 Set haaktuighelften DC5 zonder haak...
11.12 Bedieningskabel, servicekap Afb. 104 Pos.nr. Bestelnr. Stuks Benaming 71792033 Servicekapset DC 1/2 71892033 Servicekapset DC 5 71592033 Servicekapset DC10 71881033 Bedieningskabelset 5 m 71880933 Bedieningskabelset 8 m voor 8– en 10–polige uitvoering te gebruiken 72003745 Bedieningskabel DC 11 m 77330033 Drukknopschakelaar DSC 71880433...
Gevolmachtigde voor de technische documentatie Hans-Jörg Böttcher, Demag Cranes & Components GmbH, Forststrasse 16, 40597 Düsseldorf, Germany Düsseldorf, 26.02.2019 ppa. Thomas Wiesmann i.V. Franz Schulte Head of Plant Wetter Knowledge Centers &...
Pagina 143
Ident-nummer / taal EG-Conformiteitsverklaring voor een machine 19961144 / NL conform richtlijn 2006/42/EG, appendix IIA Afgifte Pagina 1217 2/ 2 Demag kettingtakel DC met rijwerk Fabrieks-nr.: XXX-XXX-XXX ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- Voor de montage / inbedrijfstelling inclusief functiecontrole ........,..........Uitvoerend bedrijf: ..........
Gevolmachtigde voor de technische documentatie Hans-Jörg Böttcher, Demag Cranes & Components GmbH, Forststrasse 16, 40597 Düsseldorf, Germany Düsseldorf, 26.02.2019 ppa. Thomas Wiesmann i.V. Franz Schulte Head of Plant Wetter Knowledge Centers &...