6.6.10
Montage op ASEPTOMAG-klep
Voorwaarde:
•
Voer de volgende stappen uit:
1.
Afb.44
2.
3.
4.
5.
6.
7.
®
430BAL014217NL_5
16.01.2023
De luchtslangen mogen tijdens de montage niet worden geknikt.
Montagesokkel T.VIS (M) met O-ringen (M1) op aandrijving (A.4) aanbrengen
en met vier schroeven M5 (M.2) bevestigen.
Schakelstang (4) atm.-nr. 221-589.88, in de zuigerstang (A4.1) schroeven en
met steeksleutel SW 13 aandraaien, aanhaalmoment 3 Nm.
Regelkop (B) over schakelstang (4) op de aandrijving aanbrengen.
De klemverbinding (15) en schroeven (39) met een aanhaalmoment van 1
Nm bevestigen.
De pneumatische en elektrische aansluitingen na de kleppenblokconfiguratie
tot stand brengen.
! Bij ASEPTOMAG kleppen is geen interne luchtgeleiding mogelijk. Daarom
luchtaansluiting (Y1) bij de stuurkop en aansluiting (A.4.2) bij de aandrijving
met luchtslang (L) verbinden.
De pneumatiekslang resp. 2-3 slangen bij kleppen met zittingbeluchting
volgens slangenschema van de klep aansluiten.
Inbedrijfstelling uitvoeren, zie Hoofdstuk 7, pagina 73.
Klaar.
Montage van de stuurkop op verschillende ventielen
Montage en installatie
71