Montage en installatie
Montage van de stuurkop op verschillende ventielen
6.6.9
Montage op T-smart-klep met enkele en met dubbele afdichting
Voorwaarde:
•
Afb.43
Voorwaarde:
•
Voer de volgende stappen uit:
1.
2.
3.
4.
5.
®
70
De luchtslangen mogen tijdens de montage niet worden geknikt.
De luchtslangen mogen tijdens de montage niet worden geknikt.
Schakelstang (1) in zuigerstang A4.1 schroeven en met steeksleutel SW13 bij
(1.1) aandraaien, aanhaalmoment 2 Nm.
Stuurkop (B) over schakelstang (1) op aandrijving (A.4) aanbrengen.
De klemverbinding (15) en schroeven (39) met een aanhaalmoment van 1
Nm bevestigen.
De pneumatische en elektrische aansluitingen na de kleppenblokconfiguratie
tot stand brengen.
! Bij deze kleptypen is geen interne luchtgeleiding mogelijk. Daarom
luchtaansluiting (Y1) bij de stuurkop en aansluiting (A.4.2) bij de aandrijving
met luchtslang (L) verbinden.
Inbedrijfstelling uitvoeren, zie Hoofdstuk 7, pagina 73.
Klaar.
430BAL014217NL_5
16.01.2023