Montage en installatie
Veiligheidsvoorschriften
6
Montage en installatie
6.1
Veiligheidsvoorschriften
Tijdens de montage kunnen gevaarlijke situaties worden vermeden als het
personeel veiligheidsbewust en vooruitziend handelt.
Bij de montage gelden de volgende basisprincipes:
•
•
•
•
•
•
•
•
6.2
Slangverbinding tot stand brengen
Voor een storingsvrij bedrijf moeten exact recht afgesneden persluchtslangen
worden gebruikt.
Benodigd is:
•
Voer de volgende stappen uit:
1.
2.
3.
4.
®
6.3
Pneumatische aansluiting
42
Alleen personeel dat daarvoor is gekwalificeerd, mag de component
opstellen, monteren en in bedrijf nemen.
Op de opstellingslocatie moeten de gebieden voor werk en verkeer voldoende
groot zijn.
Houd rekening met het maximale draagvermogen van het opstelvlak.
Raadpleeg de transporthandleiding en de aanduidingen op de
transportgoederen.
Verwijder uitstekende spijkers bij de transportkist onmiddellijk na het openen.
Personen mogen zich niet onder zwevende lasten bevinden.
Bij de montage werken de veiligheidsvoorzieningen van de component
mogelijk niet.
Beveilig reeds aangesloten installatieonderdelen op effectieve wijze tegen
onopzettelijk inschakelen.
Slangenschaar
Persluchtvoorziening uitschakelen.
Pneumatische slangen met de slangenschaar recht afknippen.
Luchtslang in de luchtaansluiting (P) van de stuurkop schuiven.
Persluchtvoorziening weer inschakelen.
Klaar.
Verklaring !
Knikken in de pneumatiekslangen voorkomen!
430BAL014217NL_5
16.01.2023