Onderhoud, diagnose en prob...
Terugk. laag
Uitgang vasth.
Verzoek vasth.
7
7
Ref. vasthouden
Jog-verzoek
Jogging
Motorcontrole
OVC-besturing
50
VLT
De som van alle actieve terugkoppelingen is
lager dan de ingestelde terugkoppelingsbe-
grenzing in parameter 4-56 Waarsch: terugk.
laag.
De externe referentie voor het vasthouden van
het huidige toerental is actief.
•
Uitgang vasth. werd geselecteerd als
functie voor een digitale ingang (parame-
tergroep 5-1* Digitale ingangen). De
bijbehorende klem is actief. Het regelen
van het toerental is enkel mogelijk via de
klemfuncties Snelh. omh. en Snelh. omlaag.
•
Het vasthouden van de uitgang werd
geactiveerd via seriële communicatie.
Er is een commando gegeven om de uitgang
vast te houden, maar de motor zal niet starten
voordat er een startvoorwaardesignaal is
ontvangen.
Ref. vasthouden werd geselecteerd als functie
voor een digitale ingang (parametergroep 5-1*
Digitale ingangen). De bijbehorende klem is
actief. De frequentieregelaar slaat de actuele
referentie op. Het wijzigen van de referentie is
nu uitsluitend mogelijk via de klemfuncties
Snelh. omh. en Snelh. omlaag.
Er is een jog-commando gegeven, maar de
motor blijft stopgezet totdat er via een
digitale ingang een startvoorwaardesignaal
wordt ontvangen.
De motor loopt zoals is ingesteld in
parameter 3-19 Jog-snelh. [TPM].
•
Jog werd geselecteerd als functie voor een
digitale ingang (parametergroep 5-1*
Digitale ingangen). De bijbehorende klem
(bijv. klem 29) is actief.
•
De jogfunctie werd geactiveerd via seriële
communicatie.
•
De jog-functie werd geselecteerd als
reactie voor een bewakingsfunctie (bijv.
Geen signaal). De bewakingsfunctie is
actief.
parameter 1-80 Functie bij stop werd ingesteld
op [2] Motorcontrole. Er is een stopcommando
actief. Om te controleren of er een motor op
de frequentieregelaar is aangesloten, wordt de
motor voorzien van een permanente
teststroom.
Overspanningsreg. is geactiveerd via
parameter 2-17 Overspanningsreg., [2] Ingesch.
De aangesloten motor voorziet de frequentie-
regelaar van generatieve energie. De
overspanningsregeling past de V-Hz-
verhouding aan om de motor gecontroleerd te
laten lopen en om uitschakeling (trip) van de
frequentieregelaar te voorkomen.
Danfoss A/S © 06/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 302
Vermog. Uit
Besch.modus
Qstop
Aan-/uitlopen
Ref. hoog
Ref. laag
Op referentie
Startverzoek
Actief
Slaapstand
Snelh. hoog
Snelh. laag
(Geldt enkel voor frequentieregelaars met een
externe 24V-voeding.)
De netvoeding naar de frequentieregelaar is
onderbroken en de stuurkaart wordt gevoed
via de externe 24 V.
Beschermingsmodus is actief. De eenheid
heeft een kritieke situatie gedetecteerd
(overstroom of overspanning).
•
Om een uitschakeling (trip) te voorkomen,
is de schakelfrequentie verlaagd naar 4
kHz.
•
Waar mogelijk wordt de bescher-
mingsmodus na circa 10 seconden
beëindigd.
•
De beschermingsmodus kan worden
beperkt via parameter 14-26 Uitschakelver-
traging bij inverterfout.
De motor decelereert op basis van
parameter 3-81 Snelle stop ramp-tijd.
•
Snelle stop geïnv. werd geselecteerd als
functie voor een digitale ingang (parame-
tergroep 5-1* Digitale ingangen). De
bijbehorende klem is niet actief.
•
De snellestopfunctie werd geactiveerd via
seriële communicatie.
De motor accelereert/decelereert op basis van
de actieve aan-/uitloop. De referentie, begren-
zingswaarde of stilstand is nog niet bereikt.
De som van alle actieve referenties is hoger
dan de in parameter 4-55 Waarsch: referentie
hoog ingestelde referentiebegrenzing.
De som van alle actieve referenties is lager
dan de in parameter 4-54 Waarsch: referentie
laag ingestelde referentiebegrenzing.
De frequentieregelaar werkt binnen het
ingestelde referentiebereik. De terugkoppe-
lingswaarde komt overeen met de
setpointwaarde.
Er is een startcommando gegeven, maar de
motor zal niet starten totdat er via een
digitale ingang een startvoorwaardesignaal
wordt ontvangen.
De frequentieregelaar drijft de motor aan.
De energiebesparingsfunctie is ingeschakeld.
De motor is gestopt, maar start automatisch
opnieuw wanneer dat nodig is.
Het motortoerental is hoger dan de in
parameter 4-53 Waarschuwing snelheid hoog
ingestelde waarde.
Het motortoerental is lager dan de in
parameter 4-52 Waarschuwing snelheid laag
ingestelde waarde.
MG34U410