Elektrische installatie
4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang
(schakelaars)
De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen worden
ingesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) of
stroom (0/4-20 mA).
Standaard parameterinstelling:
•
Klem 53: snelheidsreferentiesignaal in een
regeling zonder terugkoppeling (zie
parameter 16-61 Klem 53 schakelinstell.).
•
Klem 54: terugkoppelingssignaal in een regeling
met terugkoppeling (zie parameter 16-63 Klem 54
schakelinstell.).
LET OP
Onderbreek de voeding naar de frequentieregelaar
voordat u een schakelaar omzet.
1.
Verwijder het LCP (lokale bedieningspaneel) (zie
Afbeelding 4.26).
2.
Verwijder alle optionele apparatuur die de
schakelaars afdekt.
3.
Stel de schakelaars A53 en A54 in voor het
gewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
Afbeelding 4.26 Positie van de schakelaars voor klem 53 en 54
4.8.5 Safe Torque Off (STO)
Om de STO-functie te kunnen gebruiken, is aanvullende
bedrading voor de frequentieregelaar vereist. Zie VLT
Frequency Converters - Safe Torque Off Operating Instructions
voor meer informatie.
MG34U410
Bedieningshandleiding
4.8.6 RS485 seriële communicatie
Sluit de RS485-kabel voor seriële communicatie aan op
klem (+)68 en (-)69.
•
•
Afbeelding 4.27 Bedradingsschema voor seriële communicatie
Voor een basisconfiguratie van de seriële communicatie
stelt u de volgende gegevens in:
1.
2.
3.
•
•
•
•
®
Danfoss A/S © 06/2015 Alle rechten voorbehouden.
Gebruik afgeschermde kabels voor seriële
communicatie (aanbevolen).
Zie hoofdstuk 4.3 Aarding voor de juiste aarding.
61
68
+
RS-485
69
Type protocol in parameter 8-30 Protocol.
Adres frequentieregelaar in parameter 8-31 Adres.
Baudsnelheid in parameter 8-32 Baudsnelheid.
In de frequentieregelaar zijn 2 communicatiepro-
tocollen geïntegreerd:
Danfoss FC
Modbus RTU
De functies kunnen op afstand worden
geprogrammeerd met behulp van de protocol-
software en de RS485-aansluiting of via
parametergroep 8-** Comm. en opties.
Door het selecteren van een specifiek communi-
catieprotocol worden diverse standaard
parameterinstellingen automatisch aangepast aan
de specificaties voor het betreffende protocol.
Daarnaast worden aanvullende, protocolspecifieke
parameters beschikbaar gemaakt.
Voor andere communicatieprotocollen zijn
optiekaarten voor de frequentieregelaar
beschikbaar. Zie de optiekaartdocumentatie voor
installatie- en bedieningsinstructies.
4
4
33