Inbedrijfstelling
5.7 Systeem opstarten
Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat de
bedrading en de toepassingsspecifieke programmering
door de gebruiker zijn voltooid. Het wordt aanbevolen om
de volgende procedure uit te voeren nadat de toepas-
singssetup is voltooid.
1.
Druk op [Auto On].
2.
Schakel een extern startcommando in.
3.
Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledige
5
5
toerentalbereik.
4.
Schakel het externe startcommando uit.
5.
Controleer het geluids- en trillingsniveau van de
motor om u ervan te verzekeren dat het systeem
naar behoren werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 7.5 Lijst met waarschuwingen en
alarmen als er waarschuwingen of alarmen worden
gegenereerd.
40
®
VLT
AutomationDrive FC 302
Danfoss A/S © 06/2015 Alle rechten voorbehouden.
MG34U410