De buitenboordmotor bedienen - Modellen met stuurknuppel
Lees voordat u begint de Controlelijst vóór het starten en de Instructies vóór het starten
1.
Controleer of de handgreep van de stuurknuppel in de neutrale stand staat (lijnen zijn uitgelijnd).
a
a -
Lijn op de behuizing van de stuurknuppel
b -
Lijn op de stuurknuppel
2.
Druk op de aan-/uitknop van de display om de buitenboordmotor aan te zetten.
3.
Verwijder het koord van de dodemansschakelaar op de stuurknuppel.
4.
Bevestig het koord van de dodemansschakelaar en verbind hem met de bestuurder.
5.
Controleer op het display of de E-stopfout door activering van de dodemansschakelaar is opgeheven
en er geen actieve fouten of omstandigheden zijn die actieve fouten kunnen veroorzaken.
6.
Controleer de veiligheid en de positie van de passagiers voordat u de buitenboordmotor bedient.
7.
Draai de stuurknuppel in de vooruit- of achteruitversnelling.
NB: De configuratie van de gashendelrichting is afhankelijk van de instelling van de buitenboordmotor. Zie
Instellingen buitenboordmotor - Modellen met stuurknuppel.
nld
BEDIENING
b
79
76171
75686