FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
Plaats de passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
a
b
c
a -
Te grote verticale werkingshoek (boeg omhoog) - naar binnen afstellen
b -
Niet genoeg verticale werkingshoek (boeg omlaag) - naar buiten afstellen
c -
Verticale werkingshoek goed ingesteld (boeg iets omhoog)
NB: Bij het aanmeren of het gebruik van de achteruit moet de buitenboordmotor in de vergrendelde trimstand
staan.
De trimvergrendelingshendel mag alleen in de ontgrendelde stand staan wanneer u de boot aanmeert of de
trimstand aanpast.
Houd zorgvuldig rekening met onderstaande zaken voor het afstellen van de werkingshoek van de
buitenboordmotor.
Dichter naar de bootspiegel toe afstellen van de buitenboordmotor kan:
•
de boeg verlagen;
•
Het zicht op objecten voor de boot verbeteren.
•
Varen in ruw water verbeteren.
•
De stuurkracht naar rechts verhogen.
•
Door overmatige aanpassing kan de boeg van sommige boten zo laag zijn dat de boot met de boeg
in het water begint te ploeteren. Dit kan een onverwacht snelle draai naar links of rechts tot gevolg
hebben (boegsturen of oversturen genoemd) als er een bocht wordt gemaakt of als er een grote golf
is.
Verder van de bootspiegel vandaan afstellen van de buitenboordmotor kan:
•
de boeg uit het water omhoog brengen;
•
Topsnelheid en actieradius verhogen.
•
de afstand tot voorwerpen onder water of tot een ondiepe bodem doen toenemen;
•
De stuurkracht naar links verhogen bij een normale montagehoogte.
•
de boot bij overmatig omhoog/uit trimmen gaan stampen (stuiteren) of kan de schroef luchthappen;
•
De zichtbaarheid van objecten voor de boot verminderen.
nld
63
75542