2.
Controleer of de afstandsbediening in de neutrale stand staat.
3.
Draai de contactsleutel naar ON (aan).
4.
Controleer op het display of er geen actieve storingen zijn of omstandigheden die actieve storingen
kunnen veroorzaken.
5.
Controleer de veiligheid en de positie van de passagiers voordat u de buitenboordmotor bedient.
6.
Zet de hendel van de afstandsbediening in de vooruit- of achteruitstand om de boot te verplaatsen. Zie
Schakelstanden gebruiken en wijzigen.
BEDIENING
N
Contactsleutel op ON (aan)
78
75267
74947
nld