57 mm, 70 mm of 83 mm. U moet telkens niet meer
dan ongeveer eenderde van de lengte van het gras
afmaaien. Maai niet met een stand lager dan 57 mm,
tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar
is wanneer het gras langzamer begint te groeien.
• Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet
u eerst maaien op de maximale maaihoogte en met
een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u
maaien op een lagere maaihoogte om het gazon een
zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te
lang is en in hoopjes achterblijft op het gazon, kan
de maaimachine geblokkeerd raken, waardoor de
motor afslaat.
• Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
• Slijp het mes.
• Loop langzamer tijdens het maaien.
• Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte.
• Maai het gras vaker.
• Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds
een volledig nieuwe baan te maaien.
• Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand
lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: zet
maaihoogte van de voorwielen op 57 mm en die van
de achterwielen op 70 mm.
Bladeren fijnmaken
• Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
• Als u het gazon met een lichte laag bladeren wilt
bedekken, moet u alle wielen afstellen op dezelfde
maaihoogte.
• Als er een laag bladeren van meer dan 12 cm op
het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee
uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen.
Hierdoor kunnen de bladeren gemakkelijker onder
de maaikast worden ingevoerd.
• Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
• Als u veel eikenbladeren fijnmaakt, kunt u in het
voorjaar kalk op het gazon strooien. Dit vermindert
de zuurgraad van de eikenbladeren.
16