Functiebeschrijving
Onderdrukking van de naverwarming van de warmwaterboiler door de warmtegenerator
In installaties met verwarmingsketels
Het onderdrukken van de naverwarming vindt in twee
stappen plaats.
■
De naverwarming van de warmwaterboiler door de
verwarmingsketel wordt onderdrukt zodra de warm-
waterboiler door de collectoren wordt opgewarmd.
Daartoe wordt de gewenste boilertemperatuur voor
de naverwarming door de verwarmingsketel geredu-
ceerd. De onderdrukking blijft na het uitschakelen
van de zonnecircuitpomp nog een bepaalde tijd
actief.
Bij ononderbroken verwarming door de collectoren
■
(
2 uur):
>
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmings-
ketel verwarmd als de derde gewenste tapwatertem-
peratuur niet door het zonnesysteem wordt bereikt.
De derde gewenste tapwatertemperatuur wordt in
codeeradres 67 in de groep "Warm water" inge-
steld. Deze waarde moet onder de eerste gewenste
tapwatertemperatuur liggen.
Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel bij verwarmingsondersteuning
(niet in combinatie met warmtepompen)
Als de temperatuur in de multivalente verwarmingswa-
terbuffer hoog genoeg is voor de verwarming van de
verwarmingscircuits, wordt de naverwarming door de
verwarmingsketel onderdrukt.
Maximale collectortemperatuur
Bij overschrijding van de in codeeradres 09 ingestelde
maximale collectortemperatuur wordt de zonnecircuit-
pomp ter bescherming van de installatiecomponenten
uitgeschakeld (nooduitschakeling collector).
Minimale collectortemperatuurbegrenzing
Bij overschrijding van de in codeeradres 12 ingestelde
minimale collectortemperatuur wordt de zonnecircuit-
pomp ingeschakeld.
Reducering van de stagnatietijd
Bij een te groot aanbod van zonne-energie wordt het
toerental van de zonnecircuitpomp vóór het bereiken
van de maximale boilertemperatuur (codeeradres 08)
gereduceerd. Daardoor wordt het verschil tussen col-
lectortemperatuur en boilertemperatuur verhoogd. De
warmteoverdracht naar de warmwaterboiler wordt klei-
ner, waardoor de stagnatie vertraagt.
(vervolg)
In installaties met warmtepompen
Tijdens de tapwateropwarming door zonne-energie
wordt de "Gewenste warmwatertemperatuur" 5 K
gereduceerd.
Als de collectortemperatuur 20 K lager is dan de inge-
stelde waarde, wordt de zonnecircuitpomp weer inge-
schakeld.
Het temperatuurverschil voor de reducering van de
stagnatie kan in codeeradres 0A worden ingesteld.
Deze functie kan alleen bij installaties met een toeren-
talgeregelde zonnecircuitpomp worden uitgevoerd.
Functiebeschrijving
21