Functiebeschrijving
Functiebeschrijving
Opmerking
De hieronder beschreven functies in de codeerniveaus
1 en 2 (groep "Zonnesysteem"/4) op de regeling van
de warmtegenerator instellen of wijzigen.
Tapwaterverwarming door zonne-energie
Op basis van de volgende criteria wordt de zonnecir-
cuitpomp ingeschakeld en dus het tapwater verwarmd:
Het temperatuurverschil tussen de boilertemperatuur
■
en de collectortemperatuur is groter dan het in
codeeradres 00 ingestelde inschakeltemperatuurver-
schil.
■
De in codeeradres 12 ingestelde minimale collector-
temperatuur wordt overschreden.
Op basis van de volgende criteria wordt de zonnecir-
cuitpomp uitgeschakeld:
■
Het temperatuurverschil tussen de boilertemperatuur
en de collectortemperatuur is kleiner dan het in
codeeradres 01 ingestelde uitschakeltemperatuur-
verschil.
De in codeeradres 08 ingestelde minimale boilertem-
■
peratuur (gewenste tapwatertemperatuur) wordt
overschreden.
Toerentalgeregelde zonnecircuitpomp
De toerentalregeling wordt in codeeradres 02 geacti-
veerd (in de toestand bij levering uitgeschakeld). Ze
kan alleen voor de relaisuitgang
veerd.
Te gebruiken pompen:
■
Getrapte zonnecircuitpompen met toerentalregeling
via golfgroepregeling
HR-circulatiepompen of zonnecircuitpompen met
■
een eigen toerentalregeling
■
Pompen met PWM-ingang (alleen zonnecircuitpom-
pen gebruiken)
Toerentalregeling
Het toerental van de zonnecircuitpomp wordt gestuurd
op basis van het temperatuurverschil tussen de boiler-
temperatuur en de collectortemperatuur (codeeradres
03). Bij een actieve doeltemperatuurregeling (codering
10:1) wordt het toerental bovendien beïnvloed door het
temperatuurverschil tussen de gewenste boilertempe-
ratuur zonne-energie (codeeradres 10) en de collector-
temperatuur.
20
worden geacti-
sF
Servicehandleiding warmtegenerator of regeling
■
De in codeeradres 09 ingestelde minimale collector-
temperatuur wordt overschreden.
De op de veiligheidstemperatuurbegrenzer (indien
■
aanwezig) ingestelde temperatuur wordt overschre-
den.
Het toerental van de zonnecircuitpomp wordt verder
door de volgende instellingen beïnvloed:
Regelaarversterking (codeeradres 04)
■
Min. toerental (codeeradres 05)
■
■
Min. toerental (codeeradres 06)
Opmerking
Advies: Zonnecircuitpomp tijdens de ontluchting van
het zonne-energiesysteem met max. toerental gebrui-
ken.