Overzicht codeeradressen
Codering in uitlevertoestand
Uitschakeltemperatuurverschil bij ondersteuning verwarming
23:4
Uitschakeltemperatuurverschil bij
ondersteuning verwarming: 4 K
(codering "20:4" moet ingesteld
zijn).
Inschakeltemperatuur thermostaatfunctie
24:40
Inschakeltemperatuur voor thermo-
staatfunctie "40 °C" (codering 20:5
of "20:6" moet ingesteld zijn)
Uitschakeltemperatuur thermostaatfunctie
25:50
Uitschakeltemperatuur voor ther-
mostaatfunctie "50 °C" (codering
20:5 of "20:6" moet ingesteld zijn)
Voorrang warmwaterboiler (pendelverwarming)
26:1
Voorrang voor warmwaterboiler 1
met pendelverwarming
(Codering "20:9" moet ingesteld
zijn).
Pendelverwarmingstijd
27:15
Pendelverwarmingstijd 15 min.
De warmwaterboiler zonder voor-
rang wordt maximaal voor de duur
van de ingestelde pendelverwar-
mingstijd verwarmd, als de warm-
waterboiler met voorrang is ver-
warmd.
Pendelpauzetijd
28:3
Pendelpauzetijd 3 min.
Na afloop van de ingestelde pen-
delverwarmingstijd voor de warm-
waterboiler zonder voorrang wordt
tijdens de pendelpauze de stijging
van de collectortemperatuur vast-
gesteld.
(vervolg)
Mogelijke omstelling
23:1
tot
23:29
24:0
tot
24:100
25:0
tot
25:100
26:0
–
26:2
26:3
26:4
27:5
tot
27:60
28:1
tot
28:60
Inbedrijfstelling
Uitschakeltemperatuurverschil in-
stelbaar van 1 tot 29 K.
Inschakeltemperatuur voor thermo-
staatfunctie instelbaar van 0 tot
100 K.
Uitschakeltemperatuur voor de ther-
mostaatfunctie instelbaar tussen 0
en 100 K.
Voorrang voor warmwaterboiler 1
zonder pendelverwarming
Voorrang voor warmwaterboiler 2 –
zonder pendelverwarming
Voorrang voor warmwaterboiler 2
met pendelverwarming
Pendelverwarming zonder voorrang
voor een van de warmwaterboilers
De pendelverwarmingstijd is instel-
baar van 5 tot 60 min.
De pendelpauzetijd is instelbaar van
1 tot 60 min.
–
–
13