!
U
DEN
• ó
2
Afb. 3.
Loop van
de bovendraad.
9
INRIJGEN VAN DE BOVENDRAAD-Enkele
naald.
Breng
de draadhefboom
5
in
zijn
hoogste stand.
Zet
een klos garen op
de
garenpen en
houd
de klos
met de
rechterhand
vast.
Leid de draad van
onder af
door de draadgeleider 1.
Naar beneden
en van
rechts naar links in de
ach-
terste
of voorste spanningschijf
2.
(De middenschijf
scheidt
de draden
wanneer
met de
dubbele naald
genaaid wordt.)
Door het
gaatje
van de
aantrekveer
3.
Onder de
geleider voor de
slappe
draad
4
door.
Omhoog en van
rechts naar
links door het
gaatje van
de draadhefboom 5.
Naar
beneden door
de geleiders
6
en
7
van
de frontplaat
.
Door
geleider
8
van
de naaldklem.
Van
voren
naar achteren
door
het
oog van
de naald 9.
Trek
de draad
ongeveer
10
cm.
door
om
mee t
e
beginnen.
2
J
Afb. 4.
Loop
van
de bovendraad
bij de spanningschvijen.