Inhoudsopgave
Advertenties
Knop
Naam
Boven
Beneden
4.4 Hoofdmenu
In het hoofdmenu vindt u een overzicht van de functies van uw apparaat.
Om het hoofdmenu te openen, drukt u op de toets
Functie
Naam
Verwarmingsmetho-
den
Magnetron
Magnetroncombinatie Magnetron op een verwarmingsmethode instellen
Magnetronprogram-
ma's
Instellingen
4.5 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Bij temperaturen boven 275 °C verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 minuten tot ca. 275 °C.
Symbool
Verwarmingsmetho-
de
Hete lucht
Thermogrillen
Grill, groot
Grill, klein
Servies voorverwar-
men
Hetelucht Eco
Apparaat drogen
4.6 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Gebruik
Op het display naar boven navigeren
Op het display naar beneden navigeren
.
Gebruik
Gewenste verwarmingsmethode en temperatuur voor uw gerechten kiezen
Met de magnetron kunt u snel gerechten bereiden, verwarmen of ontdooien
Gerechten met de magnetron bereiden
Apparaatinstellingen individueel aanpassen
Temperatuur
Gebruik
40 - 200 °C
Op één niveau of meerdere niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
50 - 250 °C
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en
uit. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
50 - 290 °C
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of
toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
50 - 290 °C
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of
toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
30 - 70 °C
Voor het opwarmen van servies.
40 - 200 °C
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op
één niveau, zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
125-200 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het
energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklas-
se gebruikt.
150 °C
Na het gebruik van de magnetron de binnenruimte drogen
Uw apparaat leren kennen nl
9
Advertenties
Inhoudsopgave
