Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingstabel; Afvalverwijdering - Grundfos CRT 2 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

12. Storingstabel

Waarschuwing
Alvorens het deksel van de klemmenkast te verwijderen en/of de pomp te verwijderen/te ontmantelen, dient u er
zeker van te zijn dat de elektriciteitstoevoer naar de pomp is uitgeschakeld en niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld.
Storing
1. Motor draait niet na te zijn
ingeschakeld.
2. De motorbeveiliging schakelt
de motor uit zodra de voe-
dingsspanning is ingeschakeld.
3. De motorbeveiliging schakelt
soms uit.
4. De motorbeveiliging is niet uit-
geschakeld maar de pomp
draait niet.
5. Pompprestatie niet constant.
6. Pomp draait, maar geeft geen
water.
7. Pomp draait achteruit na uitge-
schakeld te zijn.
8. Lekkage van de asafdichting.
9. Geluid.

13. Afvalverwijdering

Dit product of delen ervan dienen te worden afgevoerd op een
milieuverantwoorde wijze:
1. Maak gebruik van de plaatselijke reinigingsdienst.
2. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met een filiaal of
servicedienst van Grundfos het dichtst bij u in de buurt.
Oorzaak
a) Geen voedingsspanning.
b) Zekeringen zijn doorgebrand.
c) De motorbeveiliging is uitgeschakeld.
d) Thermische beveiliging is ingeschakeld.
e) Hoofdcontacten in de motorbeveiliging
maken geen contact of de spoel is defect.
f)
Zekeringen van het stuurstroomcircuit zijn
defect.
g) Motor is defect.
a) Een zekering is doorgebrand.
b) Contacten in motorbeveiliging zijn defect.
c) Kabelaansluiting zit los of is defect.
d) Motorwikkeling is defect.
e) Pomp is mechanisch geblokkeerd.
f)
De motorbeveiliging is te laag ingesteld.
a) De motorbeveiliging is te laag ingesteld.
b) Lage spanning tijdens piekuren.
a) Controleer 1 a), b), d), e) en f).
a) Voordruk van de pomp is te laag (cavitatie).
b) Zuigleiding/pomp is gedeeltelijk geblokkeerd
door verontreinigingen.
c) Pomp zuigt lucht aan.
a) Zuigleiding/pomp is geblokkeerd door ver-
ontreinigingen.
b) Voetklep of terugslagklep is geblokkeerd in
gesloten positie.
c) Lekkage in zuigleiding.
d) Lucht in zuigleiding of pomp.
e) De motor werkt met een verkeerde draairich-
ting.
a) Lekkage in zuigleiding.
b) Voet- of terugslagklep is defect.
a) Asafdichting is beschadigd.
a) Cavitatie.
b) De pomp draait niet soepel (wrijvingsweer-
stand) omdat de pompas niet goed staat.
c) Gebruik van een frequentie-omvormer.
Oplossing
Sluit de voedingsspanning aan.
Vervang de zekeringen.
Schakel de motorbeveiliging weer in.
Reset de thermische beveiliging.
Vervang contacten of de magnetische spoel.
Repareer het stuurstroomcircuit.
Vervang de motor.
Vervang de zekering/schakel de beveiliging
weer in.
Vervang de contacten van de motorbeveiliging.
Kabelaansluiting vastmaken of vervangen.
Vervang de motor.
Maak de mechanische blokkering van de pomp
ongedaan.
Stel de motorbeveiliging correct in.
Stel de motorbeveiliging correct in.
Controleer de voedingsspanning.
Controleer de zuigomstandigheden.
Reinig de pomp/zuigleiding.
Controleer de zuigomstandigheden.
Reinig de pomp/zuigleiding.
Repareer de voetklep of terugslagklep.
Repareer de zuigleiding.
Controleer de zuigomstandigheden.
Controleer de draairichting van de motor.
Repareer de zuigleiding.
Repareer de voetklep of terugslagklep.
Vervang de asafdichting.
Controleer de zuigomstandigheden.
Stel de pompas goed af.
Zie paragraaf 7.5 Gebruik van een frequentie-
omvormer.
Wijzigingen voorbehouden.
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Crt 4Crt 8Crt 16

Inhoudsopgave