6.1 Ondergrond
De fundatie/installatie moet conform de volgende
instructies uitgevoerd worden. Het niet opvolgen
N.B.
van de instructies kan leiden tot functionele fou-
ten die schade aan de pomponderdelen kunnen
veroorzaken.
Grundfos beveelt aan dat de pomp op een betonnen fundatie
geplaatst wordt die zwaar genoeg is om permanente ondersteu-
ning te bieden aan de gehele pomp. De fundatie moet trillingen,
normale spanning of schokken kunnen absorberen. De betonnen
fundatie moet waterpas staan en een glad oppervlak hebben.
Plaats de pomp op de fundatie en veranker deze. De voetplaat
moet geheel ondersteund worden. Zie afb. 5.
Afb. 5 Correcte installatie
Afb. 6 Ondergrond
De voorgeschreven lengte en breedte staan aangegeven in
afb. 6. Hou er rekening mee dat de lengte en breedte van de fun-
datie 200 mm groter moet zijn dan de voetplaat.
Het gewicht van de fundatie dient 1,5 maal het gewicht van de
pomp te zijn. De minimale hoogte van de fundatie (h
gens bepaald worden:
h
=
f
L
Voor de dichtheid (δ) van beton wordt normaalgesproken
2.200 kg/m³ genomen.
In installaties waar geruisloos bedrijf bijzonder belangrijk is,
wordt het gebruik van een fundatie met een gewicht van 5 maal
het gewicht van de pomp aanbevolen.
74
) kan vervol-
f
m
x 1,5
pomp
x B
δ
f
f
beton
De fundatie moet voorzien zijn van bouten waarop de voetplaat
bevestigd kan worden. Zie afb. 7.
Afb. 7 Bout in de fundatie
Wanneer de fundatiebouten gepositioneerd zijn, kan de pomp op
de fundatie worden geplaatst. De voetplaat kan nu worden uitge-
lijnd d.m.v opvulplaten, indien nodig, zodat deze volledig horizon-
taal is. Zie afb. 8.
Afb. 8 Uitlijning met opvulplaten
6.2 Trillingsdemping
Als er trillingsdempers worden gebruikt, moeten deze onder de
fundatie worden geïnstalleerd.
Trillingsdempers
Afb. 9 Pomp op trillingsdempers
6.3 Buitenopstelling
Als de pomp buiten wordt opgesteld, is het aan te raden de motor
te beschermen met een regenkap. Het is ook aanbevolen om één
van de aftaptules te openen in de motorflens.
Opvulplaten