3
Papierverwerking
Het juiste afdrukmateriaal kiezen
U verkleint de kans op afdrukproblemen door vooraf het juiste afdrukmateriaal te selecteren. Maak
voordat u grote hoeveelheden aanschaft van het afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken, altijd eerst
enkele proefafdrukken om te bepalen welk afdrukmateriaal de beste afdrukkwaliteit biedt.
•
Gebruik xerografisch papier van 75 g/m
•
Gebruik transparanten die zijn ontworpen voor laserprinters. U wordt aangeraden Lexmark
transparanten voor laserprinters te gebruiken: artikelnummer 70X7240 voor transparanten van
het formaat Letter en artikelnummer 12A5010 voor transparanten van A4-formaat.
•
Gebruik enveloppen gemaakt van bankpostpapier van 90 g/m
papierstoringen door geen enveloppen te gebruiken die:
–
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar zijn vastgeplakt;
–
zijn beschadigd;
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is dichtgeplakt.
•
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm op de vellen aan de oppervlakte ligt.
•
Druk geen grote hoeveelheden etiketten achter elkaar af.
•
Gebruik karton met een maximumgewicht van 163 g/m
76,2 x 127 mm.
2
.
2
2
en een minimumformaat van
20
. U verkleint de kans op