18
|
Installatie van de leidingen
18.1.2 Materiaal koelmiddelleidingen
18.1.3 Isolatie van de koelmiddelleidingen
18.1.4 Leidingmaat selecteren
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
92
▪
Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de fabricage
worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.
▪
Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper
▪
Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
19,1 mm (3/4")
22,2 mm (7/8")
28,6 mm (1 1/8")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte:
Omgevingstemperatuur
≤30°C
>30°C
Bepaal de juiste maat aan de hand van de volgende tabellen en de afbeelding
(alleen als referentie).
c
C'
b
C'''
d
D
D
D
a
a
a
a
10
11
1
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
Gegloeid (O)
Halfhard (1/2H)
Halfhard (1/2H)
Vochtigheid
75% tot 80% RV
≥80% RV
B
B
e
A
C
b
1
2
C''
d
D
D
D
D
D
a
a
a
a
2
3
4
5
6
(a)
Dikte (t)
≥0,80 mm
≥0,99 mm
≥0,80 mm
≥0,99 mm
Minimumdikte
15 mm
20 mm
C
b
3
C
d
D
D
D
a
a
a
7
8
9
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P749918-1 – 2023.12
Ø
t