17
|
Installatie van de unit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
84
c
b
a d
e
(mm)
a Pc of radio
b Zekering
c Aardlekbeveiliging
d Gebruikersinterface
e Binnenunit
f Buitenunit
▪
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer bedragen
om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en
moeten de voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
▪
Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie.
▪
Controleer of de plaats waarop de installatie moet komen bestand is tegen het
gewicht en de trillingen van de unit.
▪
Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN enkele
ventilatieopening.
▪
Controleer of de unit horizontaal staat.
▪
Kies een plaats waar de unit zoveel mogelijk uit de regen staat.
▪
Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade kan
veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪
De luchtinlaat van de unit mag niet tegen de windrichting in gericht zijn. Frontale
wind belemmert de werking van de unit. Breng indien nodig een windscherm aan
om de wind te blokkeren.
▪
Zorg ervoor dat de montageplaats geen waterschade kan oplopen door een
waterafvoer in de fundering te voorzien en te voorkomen dat in de constructie
water blijft staan.
▪
Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht van de unit
geen overlast veroorzaakt en die voldoet aan de geldende wetgeving.
▪
De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunnen iemand verwonden.
Kies een installatieplaats waar er geen risico is dat iemand zich kan verwonden
(in het bijzonder in omgevingen waar kinderen spelen).
Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen:
▪
In mogelijke explosieve omgevingen.
▪
In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische golven uitzenden.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem ontregelen en zo
storingen aan de uitrusting veroorzaken.
▪
In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare gassen (zoals
verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
▪
In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas) geproduceerd wordt.
Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn
dat koelmiddel gaat lekken.
▪
Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
c
b
d
f
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P749918-1 – 2023.12