22
|
Inbedrijfstelling
22.8 Gebruik van de unit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
174
b SV unit
c Binnenunit
d Afstandsbediening
Koelmiddelleiding
Bedrading gebruikersinterface
Om de ingebouwde controle van de aansluitingen uit te voeren, moet u een extra
afstandsbediening aansluiten op de andere aftakkingspoorten. Voor elke
aftakkingspoort is een eigen afstandsbediening vereist om de ingebouwde
automatische controle van de aansluitingen te laten werken.
a
b
c
c
d
a Buitenunit
b SV unit
c Binnenunit
d Afstandsbediening
e Extra afstandsbediening
Koelmiddelleiding
Bedrading gebruikersinterface
Nadat de controle met succes is voltooid, kan de extra afstandsbediening worden
verwijderd en kan de groepsbesturing naar wens worden hersteld. Als de
groepsbesturing beperkt is tot enkelvoudige aftakkingspoorten zijn er geen extra
handelingen nodig.
Bij een verkeerde bedrading tussen twee verschillende SV-units, kan een verkeerde
aansluiting tijdens de controle niet worden gedetecteerd.
b
1
a
c
c
d
a Buitenunit
b SV unit
c Binnenunit
d Afstandsbediening
e Reserve-afstandsbediening
Koelmiddelleiding
Bedrading gebruikersinterface
Opmerking: In de volgende gevallen is een controle van de aansluitingen niet
mogelijk:
▪
aansluiting met alleen luchtbehandelingsunits (paar of multi-toepassing).
▪
aansluiting van luchtgordijn (Biddle).
▪
aansluiting
van
luchtbehandelingsunit
(gemengde toepassing).
Na de installatie en het proefdraaien van de buitenunit en binnenunits is het
systeem klaar voor gebruik.
De gebruikersinterface van de binnenunit moet ingeschakeld zijn om de binnenunit
te bedienen. Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit voor meer informatie.
c
e
b
2
c
e
d
in
uitsluitend
verwarmingsstand
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P749918-1 – 2023.12