21.1.7 Stand 1: monitoringinstellingen
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P749918-1 – 2023.12
Wat
Waarde van de geselecteerde
instelling in stand 2 veranderen
Voorbeeld:
Inhoud van parameter [2‑18] controleren (instelling hoge statische druk van de
ventilator van de buitenunit activeren of deactiveren).
[Stand-Instelling]=Waarde in dit geval gedefinieerd als: Stand=2; Instelling=18;
Waarde=waarde die willen te weten komen/veranderen.
1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de
standaardsituatie is (normale werking).
2 Druk meer dan vijf seconden op BS1.
Resultaat: Stand 2 wordt geactiveerd:
3 Druk 18 keer op BS2 (of houd BS2 ingedrukt totdat 18 op het display
verschijnt, en laat dan los).
Resultaat: Stand 2 instelling 18 wordt opgeroepen:
4 Druk één keer op BS3. Het display geeft de status van de instelling weer
(afhankelijk van de werkelijke lokale situatie). In het geval van [2‑18] is de
standaardwaarde "0"; dit betekent dat de functie geventileerde omkasting
gedeactiveerd is.
Resultaat: Stand 2 instelling 18 wordt opgeroepen en geselecteerd; de
weergegeven waarde is de actuele instelling.
5 Druk op BS2 tot de gewenste waarde op het 7-segmentendisplay verschijnt
om de waarde van de instelling te veranderen.
6 Druk één keer op BS3 om de verandering te bevestigen.
7 Druk op BS3 om de werking te beginnen met de gekozen instelling.
8 Druk één keer op BS1 om stand 2 af te sluiten.
Geeft aan of de gecontroleerde unit een master- of slave-unit is.
Aanduidingen van master en slave zijn relevant bij systeemconfiguraties met
meerdere buitenunits. De logica van de unit bepaalt welke buitenunit master of
slave is.
Lokale instellingen in stand 2 moeten in de master-unit worden ingevoerd.
Hoe
▪
Druk meer dan vijf seconden op BS1 om
stand 2 te selecteren.
▪
Druk op BS2 om de gewenste instelling te
selecteren.
▪
Druk één keer op BS3 om naar de waarde van
de geselecteerde instelling te gaan.
▪
Druk op BS2 om de vereiste waarde van de
geselecteerde instelling te selecteren.
▪
Druk één keer op BS3 om de verandering te
bevestigen.
▪
Druk opnieuw op BS3 om de werking te
beginnen met de gekozen waarde.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
21
Configuratie
|
149