7.3 Gebruik van het systeem
7.3.1 Over het gebruik van het systeem
7.3.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking
7.3.3 Over verwarmen
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P749918-1 – 2023.12
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de unit druppelt. Als de
temperatuur of de vochtigheid buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
Het bovenstaande werkingsbereik geldt alleen wanneer binnenunits met directe
expansie op het VRV 5-systeem zijn aangesloten.
Voor AHU-units gelden speciale waarden voor het werkingsbereik. Zie hiervoor de
montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van de specifieke unit. Zie de technische
data voor de recentste informatie.
▪
De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van buitenunit en
gebruikersinterface.
▪
Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de unit te
beschermen.
▪
Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld, wordt de unit
automatisch herstart zodra de voeding weer wordt ingeschakeld.
▪
Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de gebruikersinterface
"omschakeling
onder
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface).
▪
Als het scherm
raadpleeg dan
"7.6.1 Over master-gebruikersinterface
▪
De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien nadat het
verwarmen is beëindigd.
▪
De
luchtstroomsnelheid
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is echter geen
storing.
Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt voor algemeen
verwarmen dan voor koelen.
De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
Koelen
–5~46°C droge bol
21~32°C droge bol
14~25°C natte bol
gecentraliseerde
"omschakeling onder gecentraliseerde besturing" knippert,
kan
zich
automatisch
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
Werking
|
Verwarmen
–20~20°C droge bol
–20~15,5°C natte bol
15~27°C droge bol
(a)
≤80%
besturing"
staat
4
instellen" [
36].
aanpassen
(zie
de
aan
de
31