Apparaat bedienen
nl
Restwarmte-indicatie
De kookplaat beschikt over twee restwarmte-indicaties:
Raak het symbool
f
■
Afhankelijk van de intensiteit van de restwarmte
lichten een, twee of alle drie de lijnen op.
Links en rechts van het kookvlak bevinden zich rode
■
lichtstrips. Afhankelijk van de intensiteit van de
restwarmte branden de rode lichtstrips sterker of
zwakker.
Ze geven aan dat het kookvlak nog heet is. Als deze
indicaties branden of onmiddellijk nadat ze zijn
uitgegaan, het kookvlak niet aanraken.
Als de kookplaat al is uitgeschakeld, branden de
restwarmte-indicaties zolang het kookvlak nog heet is.
14
in het hoofdaanzicht aan.
1Apparaat bedienen
I n dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
A p p a r a a t b e d i e n e n
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Eerste gebruik
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, verschijnt op het display het menu om de
keuze voor de eerste instellingen te maken. De
gewenste instellingen kiezen.
Na bevestiging van de instellingen verschijnt het
hoofdaanzicht.
U kunt de instellingen op elk moment
Aanwijzing:
wijzigen.Voor informatie over de keuze van deze
instellingen, zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool
boven de hoofdschakelaar is verlicht. Na een korte
inschakeltijd is de kookplaat bedrijfsklaar.
Uitschakelen: raak het symbool
het display wordt gewist. Alle kookzones zijn
uitgeschakeld.
De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer de
■
kookzones langer dan 30 seconden uitgeschakeld
zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
■
10 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wordt de kookplaat binnen deze tijd weer
ingeschakeld, dan verschijnt in het hoofdaanzicht de
mogelijkheid om de vorige instellingen te
bevestigen. Voor informatie over deze instelling, zie
het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Kookzone instellen
In het instelgebied wordt de gewenste vermogensstand
gekozen.
Vermogensstand 1.0
Vermogensstand 9.0
Elke vermogensstand heeft een tussenstand die met .5
is aangeduid.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
■
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
■
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
aan. De indicatie
#
aan. De tekst op
#
= laagste stand
= hoogste stand