Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
De pan op het kookvlak plaatsen.
1.
De gewenste kookzone kiezen door de betreffende
2.
indicatie aan te raken. Op het display verschijnt het
instelgebied van de gekozen kookzone.
Met uw vinger over het instelgebied strijken en de
3.
gewenste kookstand aantippen.
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik
de gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
Op het hoofddisplay de kookzone-indicatie zolang
aanraken tot de vermogensstand
wordt. De kookzone schakelt uit.
Is er voor inschakeling van de kookplaat
Aanwijzing:
een pan op het kookvlak geplaatst, dan wordt deze na
het aanraken van de hoofdschakelaar herkend en de
kookzone-indicatie verschijnt op het touch-display.
.
weergegeven
ó
ó
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
■
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■
Bij de bereiding met deksel de kookstand
■
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
■
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
■
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
■
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
■
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
■
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
■
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
■
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Apparaat bedienen
15
nl