7Milieubescherming
I n dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
M i l i e u b e s c h e r m i n g
van energie en de afvoer van het apparaat.
Energiespaartips
Gebruik altijd een passend deksel voor uw pan.
■
Koken zonder deksel vraagt aanzienlijk meer
energie. Gebruik een glazen deksel. Zo kan u in de
pan kijken zonder het deksel te hoeven optillen.
Gebruik pannen met een effen bodem. Door niet-
■
egale bodems wordt het energieverbruik hoger.
Plaats de pan altijd binnen de begrenzingen van het
■
bruikbare kookvlak.
Gebruik voor kleine hoeveelheden kleine pannen.
■
Een te grote, weinig gevulde pan heeft veel energie
nodig.
Gebruik weinig water bij het koken. Dit spaart
■
energie en bij groenten blijven vitamines en
mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere
■
vermogensstand. Anders wordt er energie verspild.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
De draadloze kooksensor is voorzien van een batterij.
Zorg ervoor dat gebruikte batterij op een
milieuvriendelijke manier worden afgevoerd.
fKoken met inductie
V oordelen bij koken met inductie
K o k e n m e t i n d u c t i e
Koken met inductie is fundamenteel anders dan
gebruikelijk, de warmte ontstaat direct in de pan. Dit
biedt vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■
Energiebesparing.
■
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
■
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
■
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Als de pan wordt verwijderd, onderbreekt
de inductiekookplaat onmiddellijk de warmtetoevoer
zonder dat deze eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
■
kookgerei van gietijzer
■
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
■
voor inductie.
Om vast te stellen of de pan voor inductie is geschikt,
dient u te controleren of de bodem van de pan door
een magneet wordt aangetrokken of kijk na in de
gegevens van de fabrikant.
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van de pan slechts gedeeltelijk
■
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Bestaat het materiaal van de bodem van het
■
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Milieubescherming
nl
9