Inhoudsopgave
Advertenties
1
Afbeelding 11
1. Contactschakelaar
Ladingwaarschuwingslampje (Afb. 12)—Gaat branden
als het laadsysteem slecht functioneert.
Oliedruklampje (Afb. 12)—Als het oliedruklampje gaat
branden, betekent dit dat oliedruk in de motor te laag is.
Na het starten van de motor moet het lampje doven. Als
de motor loopt, gaat het lampje branden indien de
oliedruk beneden een bedrijfsveilig niveau daalt. In dit
geval moet u de motor direct afzetten en de oorzaak
van de lage oliedruk verhelpen.
Koelvloeistoftemperatuurlampje (Afb. 12)—Het
koelvloeistoftemperatuurlampje gaat branden als het
motorkoelsysteem oververhit raakt.
1
1. Ladingwaarschuwingslampje
2. Oliedruklampje
3. Koelvloeistoftemperatuurlampje
4. Waarschuwingslampje gloeibougie
Waarschuwingslampje gloeibougie (Afb. 12)—Het
waarschuwingslampje van de gloeibougie gaat branden
als de contactschakelaar op LOOPT staat, maar moet
uitgaan als de machine loopt.
2
3
4
Afb. 12
Het afstellen van de stoel
Afstelling naar voren/naar achteren
aan de zijkant van de stoel naar buiten, schuif de stoel in
de gewenste positie en laat de hendel los zodat de stoel
wordt vastgezet.
Het afstellen van de Deluxe stoel
(Afbeelding 10)
Afstelling naar voren/naar achteren
aan de linkerzijde van de stoel naar buiten. Laat de
hendel los om de stoel vast te zetten.
Aanpassing aan het gewicht van de bestuurder
Verdraai de knop met de wijzers van de klok mee om de
spanning te verhogen, of tegen de wijzers van de klok in
om de spanning te verlagen.
Afbeelding 13
1. Hendel afstelling vooruit-achteruit
2. Hendel afstelling gewicht
Borghendel maai-eenheid
achterste maai-eenheid in opgehaalde positie.
1
Afbeelding 14
1. Borghendel maai-eenheid
2. Schroeven voor afstelling bestuurdersstoel
Bedieningsorganen
—Haal de hendel
—Trek de hendel
—
(Afb. 14)—Borgt de
2
15
Advertenties
Inhoudsopgave
