moeten worden. Corrigeer het probleem als het
systeem niet naar behoren functioneert.
LIFTHENDEL APPENDAGES
Het ophalen van appendages
Trek de lifthendel van de appendages naar achteren om
een appendage naar de gewenste hoogte omhoog te
halen.
Het neerlaten van appendages
Druk de lifthendel van de appendages naar voren om het
appendage te laten zakken.
Houd de hendel nog circa 1–2 seconden in de
NB:
neerwaartse positie nadat het appendage is neergelaten
zodat het appendage zich aan kan passen aan de hand
van de contouren van de grond.
HET SLEPEN OF DUWEN VAN DE
MACHINE
In geval van nood kan de tractie-eenheid over een korte
afstand worden geduwd of gesleept. TORO adviseert dit
niet als standaard methode te gebruiken.
Sleep of duw de machine niet sneller
BELANGRIJK:
dan 3 tot 5 km per uur omdat de transmissie
hierdoor beschadigd kan worden. Indien de tractie-
eenheid over een aanzienlijke afstand moet worden
verplaatst, dient u hem op een vrachtauto of een
aanhanger te vervoeren.
1.
Om de machine vooruit te duwen of te slepen moet
het tractiepedaal volledig 'vooruit' worden
ingetrapt.
2.
Om de machine achteruit te duwen of te slepen
moet het tractiepedaal volledig 'achteruit' worden
ingetrapt.
INLEERPERIODE
Voordat u gaat maaien met de Grounds Pro 2000-D, stelt
de TORO Company u voor een open plek uit te kiezen
om te oefenen met het stoppen en wegrijden, het ophalen
en neerlaten van de maai-eenheden, het draaien,
enzovoorts. Deze trainingsperiode zal een gunstig effect
hebben op het winnen van het vertrouwen in het
functioneren van de Grounds Pro 2000-D.
VOOR HET MAAIEN
Inspecteer het gebied en maak het vrij van afval. Ga na
in welke richting het gebied de vorige keer gemaaid is.
(Maai altijd in tegengestelde richting van de vorige
maaibeurt, zodat de grassprieten minder gemakkelijk
gaan liggen waardoor ze moeilijker tussen de snijplaat en
de messenkooi gepakt kunnen worden.)
GEBRUIKSEIGENSCHAPPEN
Oefen het bedienen van de Grounds Pro 2000-D en zorg
dat u er volledig bekend mee raakt. Door zijn hydro-
statische transmissie, wijken zijn gebruikseigenschappen
af van vele andere onderhoudsmachines. Zaken waar u
tijdens het gebruik rekening mee moet houden zijn de
tractie-aandrijving, het motortoerental en de belasting
van de maai-eenheden. Houd het motortoerental tijdens
het maaien hoog en min of meer constant met behulp
van het tractiepedaal om voldoende vermogen te houden
voor de tractie en de maai-eenheden.
Volg de richtlijnen op die in deze handleiding staan
vermeld en zorg ervoor dat u weet hoe u de machine
veilig op allerlei soorten terrein kunt gebruiken. Gebruik
het hulpmiddel op pagina 34 om de hellingshoek in te
schatten in geval van twijfel. Hellingen van meer dan
15 graden moeten van boven naar beneden (en terug) en
niet in zijwaartse richting worden overgestoken en
gemaaid. Hellingen van meer dan 20 graden dient u
doorgaans te vermijden, behalve indien men beschikt
over speciale beschermingen, vaardigheden en
voorwaarden.
Plan altijd ruim vooruit om te voorkomen dat u
plotseling moet remmen, starten of draaien. Als u gaat
stoppen gebruikt u het pedaal om achteruit te rijden om
af te remmen. Voordat u de motor uitschakelt, verplaatst
u de gashendel in de IDLE/NEUTRAALSTAND, en
activeert u de parkeerrem.
LET OP:
Dit product kan het geluidsniveau van
85 dB(A) bij het oor van de bestuurder overschrijden.
Gehoorbescherming wordt aanbevolen indien men
langere tijd hieraan wordt blootgesteld, om blijvende
gehoorbeschadiging te voorkomen.
Bediening
19