A Opnamen maken met het LCD-scherm
Informatiedisplay
Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay
vernieuwd.
Maximumaantal opnamen
Opnamemodus
AF-methode
Transport/zelfontspanner
Meetmethode
Opnamekwaliteit
Overschakelen naar
automatische selectie
(AF-punt)
Touch Shutter
Belichtingsvergrendeling
Flitser gereed/Flitser uit
Flitsbelichtingscompensatie
Indicator belichtingsniveau/AEB-bereik
Wanneer <g> wit wordt weergegeven, is de helderheid van het Live
view-beeld bijna gelijk aan de helderheid van de daadwerkelijke opname.
Als <g> knippert, betekent dit dat het Live view-beeld vanwege te donkere
of te heldere lichtomstandigheden met een andere helderheid wordt
weergegeven dan het daadwerkelijke opnameresultaat. De daadwerkelijke
opname wordt echter met de ingestelde belichting gemaakt. Ruis kan in het
Live view-beeld zichtbaarder zijn dan in de daadwerkelijke opname.
Als u de opnamemodus <F> of <G>, of bulb-belichting of de flitser gebruikt,
worden het pictogram <g> en het histogram grijs weergegeven (ter referentie).
Mogelijk wordt het histogram bij weinig of juist heel fel licht niet goed weergegeven.
76
AF-punt (Quick-modus)
Batterijniveau
Sluitertijd
Diafragma
Histogram
Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie
helderheid)
Snel instellen
Witbalans
Beeldstijl
Creatieve filters
Eye-Fi-
overdrachtstatus
Belichtings-
simulatie
Vergrote weergave
AEB/FEB/Ruisonderdrukking bij
meerdere opnamen
ISO-snelheid
Lichte tonen prioriteit
Indicator GPS-verbinding
Digitaal kompas