Rookgasaansluiting
De ingebruikneming pas uitvoeren wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
vrije doorgang van de rookgaswegen;
■
overdruk-rookgasinstallatie is gasdicht;
■
■
Afsluitdeksel van revisieopeningen op veilige en
dichte zitting gecontroleerd.
■
openingen voor een voldoende aanvoer van verbran-
dingslucht zijn open en niet-vergrendelbaar uitge-
voerd;
aan de geldende voorschriften voor de plaatsing en
■
ingebruikneming van rookgasinstallaties is voldaan.
Aan rookgaszijde aansluiten
Opmerking
De rookgasaansluiting moet belasting- en spannings-
vrij worden uitgevoerd.
Montagehandleiding rookgassysteem
Rookgasaansluiting:
Inbedrijfstelling en afstelling
Servicehandleiding "Vitocrossal, type CIB" en
ketelcircuitregeling
30
Gevaar
Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of
onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht
veroorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen
door koolmonoxide in het rookgas.
Een onberispelijke werking van de rookgasin-
stallatie garanderen. Openingen voor de aan-
voer van verbrandingslucht mogen niet vergren-
delbaar zijn.
Condenswaterafvoer via windbescherming ver-
mijden.
!
Opgelet
Rookgas-/toevoerlucht- of rookgasbuizen
mogen niet loskomen.
Om de buizen te bevestigen, bevestigingsklem-
men op de bodem of wand gebruiken (acces-
soire rookgas-toevoerluchtsysteem).
Rookgasaansluiting langs de kortste weg en iets oplo-
200 mm
7
pend (min. 3°) met de rookgasleiding verbinden.
Scherpe knikken vermijden.