Ketel elektrisch aansluiten
Elektrische kabels plaatsen
Afb. 20
Externe laagspanningskabels
A
230V-netaansluitkabel
B
Opmerking
Kabels met kabelbinders aan de ketel bevestigen.
Hiervoor de reeds gemonteerde houders in de koprail
gebruiken.
4.
2.
3.
Afb. 21
De kabels max. 100 mm afstrippen.
(vervolg)
A
B
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties
kunnen door elektrische stroom leiden tot ver-
wondingen en materiële schade.
■
Laagspanningskabels
> 42 V/230 V
plaatsen.
Kabels vlak boven de aansluitklemmen zo kort
■
mogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbeho-
rende klemmen bundelen.
■
Kabels vastzetten met kabelbinders.
Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en
componenten van de installateur moeten de isolatie-
voorschriften van IEC/EN 60335-1 worden nageleefd.
!
Opgelet
Elektrostatische ontlading kan elektronische
modules beschadigen.
Vóór de werkzaamheden geaarde objecten,
zoals verwarmings- of waterbuizen, aanraken
om de statische lading af te leiden.
Kabels van trekontlasting voorzien
Kabels zonder trekontlasting trekontlasten, zie afb. 21.
Kabels met aangespoten trekontlasting in de opening
van de behuizing steken, zie afb. 22.
1.
A
en kabels
∼ B
gescheiden van elkaar
19