4.3
Storingen in de gasverwarmingsinstallatie
Zie ook het elektrisch schema van de gasverwarmingsinstallatie in reservdelskatalog.
Storing
Controlelampjes zijn
uit na inschakeling
van de verwar-
mingsinstal-latie
Geen ontstekings-
vonk van de bougies
Bougies vonken wel,
maar geen vlam aan
de branderbuizen
D 14
Oorzaak
Te lage accuspanning
Hoofdschakelaar uit
Hoofdzekering 10 A of
zekeringen 5 A defect
Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen 2 A defect
Ontstekingsdoos (-dozen)
doorgebrand
Stroomtoevoer onderbroken
Ontstekingskabel gebroken
Aarde-aansluiting van de
bougiehouder onderbroken
Bougie defect
Geen propaangastoevoer
Oplossing
Accuspanning controleren
Hoofdschakelaar
inschakelen
Zekering controleren, evt.
vervangen
Insteekverbinding en kabel
controleren
Zekering controleren, evt.
vervangen
Ontstekingsbox(en)
controleren, evt. vervangen
Insteekverbindingen en
kabels controleren
Ontstekingskabel
controleren, evt. vervangen
Aarde-aansluiting
controleren, evt. vervangen
Bougies controleren, evt.
vervangen
Kleppen van propaangas-
flessen controleren
Veiligheidsklep/
drukverminderingsklep
controleren, evt. vervangen
Afsluitkleppen en
hoofdafsluiter openen
Relais van de magneetklep-
pen, magneetkleppen con-
troleren, evt. vervangen
Temperatuursensor
controleren, evt. vervangen
Slangverbindingen
controleren, evt. vervangen
Filters en sproeiers van de
injectoren controleren, reini-
gen, evt. vervangen
Instelling gas-/luchtmengsel
van de injectoren controle-
ren, evt. opnieuw instellen