6 Gebruik
6.1 Rijden
De maximale laadcapaciteit die in de technische
gegevens wordt vermeld, geeft alleen aan dat het
systeem voor deze totale belasting is ontworpen.
Dit betekent echter niet dat een persoon met
dit lichaamsgewicht zonder beperkingen in het
mobiliteitshulpmiddel kan zitten. Er moet worden
gelet op de lichaamsverhoudingen zoals lengte,
gewichtsverdeling, buikband, been- en kuitband
en zitdiepte. Deze factoren hebben een sterke
invloed op rijfuncties zoals stabiliteit tegen
kantelen en tractie. De toegestane asbelastingen
moeten vooral in acht worden genomen (zie 11
Technische Specificaties, pagina125 ). Het is misschien
noodzakelijk om het zittingsysteem aan te passen.
6.2 Voordat u voor het eerst gaat rijden
Voordat u de eerste rit maakt, moet u weten hoe u het
mobiliteitshulpmiddel en alle bijbehorende elementen moet
bedienen. Neem uw tijd om alle functies en rijmodi uit te
proberen.
Als er een bekkengordel is geïnstalleerd, moet deze
op de juiste wijze worden afgesteld. U dient deze
altijd te dragen wanneer u het mobiliteitshulpmiddel
gebruikt.
Comfortabel zitten = veilig rijden
Zorg er voor elke rit voor dat:
1585063-H
•
Alle bedieningsconsoles binnen handbereik zijn.
•
de accu voldoende is opgeladen voor de afstand die
u wilt afleggen;
•
de bekkengordel (als deze is geïnstalleerd) perfect in
orde is en
•
de achteruitkijkspiegel (indien geïnstalleerd) op de
juiste wijze is afgesteld, zodat u altijd achteruit kunt
kijken zonder voorover te buigen of uw zithouding aan
te passen.
6.3 Voorover leunen, buigen en reiken
Bij veel handelingen moet de rolstoelgebruiker reiken,
voorover leunen en in en uit de rolstoel gaan. Hierbij
verandert het normale evenwicht, het zwaartepunt en de
verdeling van het gewicht van de rolstoel. Stel voor uzelf de
veiligheidsgrenzen vast door in de aanwezigheid van een
gekwalificeerde zorgverlener in diverse situaties te oefenen
met leunen, reiken en verzitten in de rolstoel voordat u de
rolstoel daadwerkelijk gaat gebruiken.
Gebruik
93