LaCie Wireless Space
Gebruikershandleiding
SSID (Server Set Identifier)
- De netwerknaam van het draadloze
toegangspunt. Hoewel een SSID geen ingebouwd beveiligingspro-
tocol bevat, kan het wel fungeren als wachtwoord wanneer het ver-
borgen wordt gehouden voor verkeer van buitenaf.
Statische IP (Internet Protocol)
bij het IP-adres op een computer kan veranderen op basis van de
manier waarop de server of router de netwerkidentiteiten beheert,
verandert een statische IP bijna nooit.
Statische poorttoewijzing
- Poorttoewijzing configureren om verkeer
te verwerken via een IP-adres dat niet verandert. Er moet een statisch
adres op een systeem worden geconfigureerd om ervoor te zorgen
dat statische poorttoewijzing correct kan worden geconfigureerd.
TCP/IP (Transport Control Protocol/Internet Protocol)
andere communicatielaag tussen internet en het intranet in bedri-
jven of organisaties. TCP splitst de gegevens op die worden verzon-
den en voegt de gegevens weer samen aan de ontvangende zijde.
De IP-laag zorgt ervoor dat de pakketten het juiste adres bereiken.
Time Machine™
- Een back-upprogramma voor computers die Mac
OS X gebruiken. Time Machine werkt met incrementele back-ups en
biedt een eenvoudige interface om een back-up van Apple-compu-
ters op een netwerk of NAS-apparaten te maken. Gebruikers kun-
nen een of meer bestanden ophalen die regelmatig zijn opgeslagen.
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol)
van WEP-beveiliging, is gemaakt om de beveiliging te versterken
van hardware die alleen compatibel was met WEP. Het voegt extra
beveiligingscodering toe aan de bestaande WEP.
TLS (Transport Layer Security)
communicatie dat sterker is dan SSL.
Torrent
- Torrent is een peer-to-peer-protocol voor het delen van
bestanden dat wordt gebruikt om grote hoeveelheden gegevens te
distribueren. Met het torrent-protocol kunnen gebruikers grote be-
standen distribueren zonder afzonderlijke computers die zijn betrok-
ken bij internethosting, al te zeer te belasten. Het protocol werkt
als alternatieve gegevensdistributiemethode zodat kleine computers
met een lage bandbreedte kunnen helpen bij grote gegevensover-
drachten.
UDP/IP (User of Universal Datagram Protocol/Internet Protocol)
Een alternatief netwerkprotocol voor TCP dat niet beschikt over de
mogelijkheid om gegevenspakketten die via internet zijn verzonden,
opnieuw in te delen of samen te voegen. UDP verzendt gewoonlijk
de berichtpakketten en vertrouwt erop dat de gebruikerssoftware ze
weer samenvoegt. UDP is een goede manier om de verwerking voor
kleinere bestanden te beperken, omdat er weinig opnieuw hoeft te
worden samengevoegd op het bestemmingsadres. IP zorgt ervoor
dat het juiste adres de gegevens ontvangt.
UPnP™/IGD (Universal Plug and Play/Internet Gateway Device)
Met UPnP kunnen apparaten media en gegevens in een netwerk
• DESIGN BY NEIL POULTON
- In tegenstelling tot DHCP, waar-
- TCP is een
- TKIP, een uitgebreide versie
- Een coderingsprotocol voor internet-
delen. UPnP-apparaten zijn 'Plug&Play' aangezien ze hun adres en
ondersteunde services automatisch aankondigen zodra ze zijn ver-
bonden met een netwerk. Andere systemen in het netwerk die die
services herkennen, kunnen onmiddellijk media delen met het ap-
paraat. UPnP is erg populair bij gameconsoles zoals de Playstation
3 of Xbox.
WAN (Wide Area Network)
dekt in vergelijking met een LAN. WAN's worden vaak gebruikt om
LAN's met elkaar te verbinden. Een internationaal bedrijf met kan-
toren over de hele wereld kan bijvoorbeeld een wereldwijd netwerk
hebben dat communicatie tussen de vestigingen mogelijk maakt
(het WAN), terwijl elke vestiging zijn eigen kleine netwerk heeft (de
LAN's). De Wireless Space vormt een LAN in een huis wanneer het
apparaat wordt gebruikt als router. Het LAN van de Wireless Space
is verbonden met internet, wat een zeer grote WAN is.
WLAN (Wireless Local Area Network)
maar binnen het netwerk van een draadloos toegangspunt.
WEP (Wired Equivalent Privacy)
WLAN's. WEP, dat gegevens via radiogolven codeert, een bevei-
ligingsnorm die is gepoort van LAN naar WLAN. WEP is niet het
sterkste beveiligingsniveau voor een draadloos netwerk aangezien
het niet alle lagen van netwerkadressering omvat. WEP beveiligt de
gegevens en fysieke lagen van een adres.
WEP-sleutel
- De beveiligingscode voor een Wi-Fi-toegangspunt dat
WEP gebruikt. Het is een reeks van hexadecimale tekens (0-9 en
A-F).
WEP-sleutel-ID
- Bij WEP-codering zijn vier sleutels mogelijk. De ge-
bruiker en het draadloze toegangspunt beginnen met de basis-WEP-
sleutel en voegen vervolgens een van de vier WEP-sleutel-ID's toe
om de tekens uit te breiden en de beveiliging te versterken.
WOL (Wake on LAN)
waarmee een apparaat kan worden ingeschakeld of geopend door
een netwerkbericht.
WPA (Wi-Fi Protected Access)
dat enigszins sterker is dan WEP.
WPA2 (Wi-Fi Protected Access 2)
-
hoger niveau dan WPA.
-
Verklarende woordenlijst
- Een netwerk dat een groot gebied
- Vergelijkbaar met een LAN
- Een beveiligingsprotocol voor
- Wake-on-LAN is een Ethernet-netwerknorm
- Een draadloos beveiligingsprotocol
- Draadloze beveiliging van een
pagina 104