LaCie Wireless Space
Gebruikershandleiding
IPv6
- Om de schijnbare onvermijdelijkheid van het bereiken van de
wereldwijde limiet van IPv4-adressering te bestrijden, biedt IPv6 nu
veel grotere 128-bits adressering. Voorbeelden van de grotere leng-
te zijn vaak te zien als xxxx:xxxx:xxx:xxxx:xxx:xxxx:xxxx:xxxx, waarbij 'x'
een letter of cijfer kan zijn. Het is echter niet nodig om vier getallen
in alle acht velden te gebruiken en het adres kan worden afgekapt
wanneer het adres veel nullen bevat. IPv6 is flexibel genoeg om het
adres zelfs te begrijpen wanneer het aantal voorloopnullen wordt
beperkt of wanneer twee dubbelepunten worden gebruikt om de
nullen helemaal te verwijderen. Het onderstaande adres is een voor-
beeld van alle varianten van dezelfde netwerkidentiteit:
2001:0f34:0000:0000:0000:0000:2002:04fe
2001:f34:000:000:000:000:2002:4fe
2001:f34:00:00:00:00:2002:4fe
2001:f34:0:0:0:0:2002:4fe
2001:f34::2002:4fe
Houd er rekening mee dat de twee dubbelepunten kunnen worden
gebruikt om hele velden te vervangen die alleen nullen bevatten.
ISP (Internet Service Provider)
DSL-modem in een huis of bedrijf heeft geïnstalleerd voor toegang
tot internet.
iTunes™-server
- iTunes-bibliotheken kunnen via een lokaal netwerk
worden gedeeld via een computer, netwerkschijf of netwerkappa-
raat dat fungeert als iTunes-server. Het protocol wordt gebruikt om
bibliotheken op de computer, de netwerkschijf of het netwerkappa-
raat te detecteren en om afspeellijsten te streamen naar iedereen
die ze aanvraagt. De functie moet ook zijn ingeschakeld op elke
computer waarop iTunes wordt uitgevoerd.
iTunes™-scaninterval
- Periodieke scans op updates van de gedeel-
de muziekbibliotheken. De Wireless Space voert bijvoorbeeld auto-
matisch elke 24 uur een iTunes-scan uit. De optie om een handma-
tige scan uit te voeren, is echter ook beschikbaar.
LAN (Local Area Network)
- Een netwerk in een klein of beperkt
gebied, zoals een kantoor, school of huis.
MAC-adres (Media Access Control)
dat is toegewezen door de fabrikant van de netwerkinterfacekaart
van een computer. Hoewel een MAC-adres een andere naamstruc-
tuur heeft, werkt een MAC-adres met het IP-adres voor netwerk-
communicatie. Er zijn veel lagen van netwerkcommunicatie maar
eenvoudig gezegd ondersteunt het MAC-adres het hardwareaspect
terwijl het IP-adres de software-implementatie regelt. Een IP-adres
kan veranderen terwijl een MAC-adres bijna altijd vast is. Een MAC-
adres kan gewoonlijk worden gevonden in de netwerkinstellingen
van het besturingssysteem, waar het ook een Ethernet-adres, hard-
wareadres, adapteradres of fysiek adres kan worden genoemd. De
naamstructuur kan op twee manieren worden weergegeven:
• DESIGN BY NEIL POULTON
- De serviceverlener die een kabel- of
- Een uniek identificatienummer
MM:MM:MM:SS:SS:SS of MM-MM-MM-SS-SS-SS
Het gedeelte 'M' van het adres staat voor de code die wordt gebruikt
om de fabrikant van de netwerkinterface te identificeren terwijl het
gedeelte 'S' het serienummer is. Een veelgebruikt fabrikantvoorvoeg-
sel 'M' is 00A0C9, aangezien dit Intel® voorstelt. Een voorbeeld van
een volledig MAC-adres is 00:23:df:99:5e:2a, waarbij 00:23:df
aangeeft dat Apple de fabrikant is.
MAC-adresklonen
- Internetserviceproviders (ISP) kunnen het aantal
netwerkverbindingen beperken door MAC-adressen te tellen. Als er
meer dan een bepaald aantal MAC-adressen in uw thuisnetwerk
wordt gevonden, wordt de toegang voor extra apparaten gewei-
gerd. Met MAC-adresklonen kan een router of netwerkapparaat
(zoals de Wireless Space) één MAC-adres maken dat de ISP kan
zien terwijl het de computers beheert die via Ethernet of Wi-Fi zijn
aangesloten.
NAT (Network Address Translation)
sen die worden geleverd door openbare servers en vertaalt ze naar
adressen die acceptabel zijn voor het privénetwerk. Dit is handig bij
het beperken van het aantal IP-adressen in een netwerk of bij het
omleiden van gewenst verkeer naar een privénetwerk terwijl onge-
wenste bezoekers worden geweigerd.
NAT-PMP (Network Address Translation-Port Mapping Protocol)
De volgende stap in poorttoewijzing, waarbij gebruikers in een pri-
vénetwerk de vertaling van netwerkadressen kunnen automatiseren
op poortnummer. Adressen buiten het privénetwerk bevatten een
poortnummer dat aangeeft dat deze adressen acceptabel zijn. NAT-
PMP converteert 'goed' verkeer naar acceptabele IP-adressen in het
systeem.
Netmasker
- Ook bekend als subnetwerk. Een subnetadres is onder-
deel van de IP-adresgegevens, waarmee gewoonlijk een netwerk-
geografie op een of meer computers wordt geplaatst. Dat betekent
dat iedereen met een bepaald subnetadres wordt gehost door of
gekoppeld aan een bepaalde server. Een subnetmasker heeft een
adresvermelding met een vergelijkbare notatie als IPv4. Een veelge-
bruikt subnetmasker (zoals dit wordt genoemd in de besturingssy-
steemvoorkeuren) is: 255.255.255.0.
Netwerkgateway
- Een netwerkgateway, die kan werken via softwa-
re, hardware of een combinatie van beide, biedt ondersteuning bij
communicatie tussen netwerken met verschillende protocollen. De
netwerkgateway is vaak het apparaat voor internettoegang (zoals
een breedbandrouter) die wordt geleverd door de ISP. Een voorbe-
eld is één netwerk dat TCP/IP gebruikt, terwijl een tweede AppleTalk
uitvoert en een derde UDP. De netwerkgateway zorgt ervoor dat het
vertaalproces tussen deze netwerken duidelijk is voor de gebruiker.
Verklarende woordenlijst
pagina 102
– Een router accepteert adres-
–