COMMANDO'S: ROTATIE BOVENWAGEN, HOOFDARM, SECUNDAIRE ARM, UITSCHUIFBARE ARM, SLINGERARM, HELLING
MAND/SLINGERARM EN ROTATIE MAND
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND:
- De selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- Druk de selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand in en houd deze naar rechts
commando's één voor één.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
- Zet de hoogwerker in transportstand. Zet de bovenwagen en de mand in neutrale stand. Laat de slingerarm volledig neer.
BEDIENINGSPANEEL IN DE KOOI:
- Het pedaal niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- Druk op het pedaal en houd dit ingedrukt. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
- Zet de hoogwerker in transportstand. Zet de bovenwagen en de mand in neutrale stand.
COMMANDO'S: LEIDING/REMMEN/STUREN (TRANSPORTPOSITIE)
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
BEDIENINGSPANEEL IN DE KOOI:
- De pendelarm lichtjes opheffen voor een goede zichtbaarheid.
- De snelheid SCHILDPAD selecteren.
- Het pedaal niet aanraken. Raak de veer van de bedieningshendel niet aan. Probeer met de hoogwerker te rijden en te
sturen.
- Het pedaal niet aanraken. Druk op de veer van de bedieningshendel en houd deze ingedrukt. Probeer met de hoogwerker
te rijden en te sturen.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet aanraken. Probeer met de hoogwerker
te rijden en te sturen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om de commando's te activeren.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet indrukken. Probeer te rijden en te sturen.
- Rijd naar voren, stuur naar links/rechts en rem. Achteruit rijden en remmen.
- Selecteer de snelheid HELLEND VLAK en voer de test opnieuw uit. Selecteer de snelheid HAAS en voer de test opnieuw uit.
Resultaat:
• Het rijden en sturen moeten correct verlopen?.
• De remmen moeten correct werken.
- Test de stuurmodi KRAB, 2 STUURWIELEN en 4 STUURWIELEN EN SCHILDPAD-snelheid.
Resultaat:
• De stuurmodi moeten correct werken.
• De lampjes voor de uitlijning van de wielen moeten correct werken.
3 - 16
. Test de