1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
Tapwater
Tap het apparaat als volgt af:
1. Sluit de aanvoerleiding van het sanitair koud water.
2. Open een warmwaterkraan in de installatie.
3. Open een kraan van de veiligheidsgroep.
4. Wanneer er geen water meer uitstroomt, is het apparaat leeg.
De drukbegrenzer (veiligheidsventiel of veiligheidsgroep) moet regelmatig wor
den bediend om kalkaanslag te verwijderen en ervoor te zorgen dat het appa
raat niet wordt geblokkeerd.
Er moet een drukbegrenzingsvoorziening in de afvoerpijp worden ingebouwd.
Omdat er water uit de afvoerleiding kan stromen, moet de afvoerleiding open
blijven naar de open lucht, in een vorstvrije omgeving, en een continu dalende
helling hebben.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Sanitair-warmwaterboiler aansluiten op de drinkwa
tertoevoerleiding' om te bepalen welk type drukbegrenzer moet worden geïn
stalleerd en hoe deze moet worden aangesloten. Zie de installatie- en service
handleiding.
Hydraulica
Installatie
1.2
Algemene instructies
1.3
Elektrische veiligheid
6
Opgelet
Houd de minimale en maximale waterdruk en temperatuur
aan om er zeker van te zijn dat het apparaat naar behoren
werkt. Zie hoofdstuk 'Technische specificaties'.
Belangrijk
Maak de voldoende ruimte vrij om het apparaat correct te in
stalleren. Zie hoofdstuk Afmetingen van het apparaat. Zie de
installatie- en servicehandleiding.
Het systeem moet in elk opzicht voldoen aan de voorschriften die in het
land van kracht zijn bij werkzaamheden en reparaties in huizen, woningen
en andere gebouwen.
Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan het apparaat en
de verwarmingsinstallatie verrichten. Deze moet zich houden aan de loka
le en nationale voorschriften tijdens de montage, installatie en het onder
houd van de installatie.
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur.
Leg het apparaat in overeenstemming met de geldende normen aan de
aarde voordat elektrische aansluitingen worden aangebracht.
Gevaar voor elektrische schokken: de lengte van de draden tussen de
trekontlasting en de aansluitklemmen moeten zodanig zijn dat eerst de fa
segeleiders onder spanning worden gezet en dan pas de aardgeleider.
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitge
voerd en alleen door erkende installateurs.
Houd de sensorkabels gescheiden van de 230/400 V stroomkabels.
7682784 - v02 - 18012018