OPMERKING: De automaat kan niet
uitgeschakeld worden, zelfs als de
hoofdaccu-onderbreker is uitgescha-
keld.
Door langdurige wer-
MERK OP
king van de ruimpomp wanneer de
boot is aangemeerd zal de batterij
leeglopen en de ruimpomp stilval-
len.
5) Navigatielicht-
schakelaar
Een 3-standen NAV/OFF/ANC-schake-
laar.
Deze schakelaar bevindt zich op de be-
stuurdersconsole rechts van het stuur-
wiel.
NAVIGATIELICHTSCHAKELAAR
ANC: Steekt het ankerlicht aan wan-
neer de boot voor anker ligt. Al-
leen het heklicht gaat aan.
OFF: Dooft alle lichten.
NAV: Schakelt het boeg- en heklicht in
en de verlichting van de meters.
6) Start/stopschakelaar
START/STOP-schakelaar met dubbele
functie, gebruikt om de motor te star-
ten en te stoppen.
Deze schakelaar bevindt zich op de be-
stuurdersconsole links van het stuur-
wiel.
lmo2008-001-002
START/STOPSCHAKELAAR
Motor starten en stopzetten
Raadpleeg de BEDIENINGSINSTRUC-
TIES voor de volledige procedure om
de motor te starten en stop te zetten.
7) Motoruitschakelaar
Houd
vrij van obstakels die zijn goede
werking
Door een goed gebruik van het
bindsnoer kunt u verhinderen dat
de boot op hol slaat. Verwijder de
motoruitschakelaar zodra u bent
gestopt, om onopzettelijk starten
te voorkomen.
Het bindsnoer moet goed in de motor-
uitschakelaar klikken om de motor te
kunnen starten.
Twee korte pieptonen geven aan dat
het systeem klaar is en dat u de motor
kunt starten. Raadpleeg anders het
hoofdstuk BEWAKINGSSYSTEEM.
Als het bindsnoer uit de motoruitscha-
kelaar wordt getrokken valt de motor
stil.
_______________
BEDIENINGSELEMENTEN
WAARSCHUWING
de
motoruitschakelaar
kunnen
belemmeren.
51