Digisystem, Veiligheidsvoorschriften
9
9.1
Beschrijving
9.2
Toegestaan Gebruik
Onjuist Gebruik
Veiligheidsvoorschriften
Algemene Introductie
Deze aanwijzingen dienen om beheerders en gebruikers van het instrument in staat te
stellen om tijdig op eventuele gebruiksgevaren in te spelen en zo mogelijk te vermijden.
De beheerder moet er op toezien, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en
opvolgen.
Beoogd gebruik
De instrumenten zijn bedoeld voor de volgende toepassingen:
• Het detecteren en opsporen van ondergrondse leidingen: kabels en metalen buizen.
• Leidingzoeker: detectie en lokalisatie van een sonde-signaalgenerator.
• Leidingzoeker: detectie en lokalisatie van onderdelen van de geleidende spiraal.
• Leidingzoeker 550i, 650i, 750i, 550i xf, 650i xf, 750i xf: schatten van de diepte van een
ondergrondse leiding, sondeof geleidende spiraal.
• Leidingzoeker met Bluetooth: Datacommunicatie met externe apparatuur.
• Gebruik van het instrument zonder instructie.
• Toepassing buiten de gebruiksgrenzen.
• Het onklaar maken van veiligheidsvoorzieningen.
• Het verwijderen van waarschuwingsstickers.
• Openen van het instrument met gereedschap (schroevendraaier, enz.), tenzij dit nadruk-
kelijk is toegestaan voor bepaalde functies.
• Modificatie of aanpassing van het instrument.
• Gebruik na ontvreemding.
70