2.3
Instellingen van de
leidingzoeker
Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker
i) Numerieke signaalsterkte-indicator (SSI)
Symbool statisch SSI is ingeschakeld
Geen symbool: SSI is uitgeschakeld
j) Stroomindicator (550i xf, 650i xf en 750i xf)
Toont de door de signaalgenerator aangebrachte stroomsterkte, die door een leiding loopt.
Dit wordt gemeten in milliampère (mA).
k) Meeteenheid (Diepte-indicatie met de 550i, 650i, 550i xf, 650i xf en 750i xf)Geeft aan of de
diepte in meters, voet of inch wordt weergegeven.
l) Weergave meetwaarden
Alfanumeriek raster geeft systeemset-up en diepte-indicatie weer.
m) Dieptemodusindicatoren
Toont de diepte van een leiding of sonde (alleen diepteleidingzoekers). Leidingdieptepicto-
gram wordt gebruikt om status van gevarenzone aan te geven.
n) i-toets
Wordt gebruikt om de instellingen op te roepen en om de diepte uit te lezen voor dieptelei-
dingzoekers.
Leidingzoeker Instellingen en Informatie
De leidingzoekers van de i-serie bieden een reeks instellingen, die kunnen worden aange-
past aan de eigen voorkeur. Er zijn ook extra service- en contactgegevens beschikbaar.
Instell.
EST
H.Z
VOL
HLD
SSI
Beschrijving
Voert een zelftest uit van de hardware en software van de
leidingzoekeren toont PAS als de leidingzoeker binnen de
vereiste toleranties blijft of ERR als dat niet het geval is.
Schakelt de gevarenzone in of uit.
Wijzigt het geluidsvolume (0 - 10).
Past de duur aan van Piek vasthouden (0 - 5 seconden).
Toont een numerieke weergave van de signaalsterkte.
17