Advertenties
Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator
3
3.1
Traceersignaal
Werkmodus
Gebruik van de signaalgenerator
Algemene Informatie
De signaalgenerator zet een elektrische stroom (signaal) op een ondergrondse metalen
leiding, zodat de leiding door de leidingzoeker, die in dezelfde modus staat ingesteld, kan
worden opgespoord en geïdentificeerd.
Er zijn drie werkmodi beschikbaar voor flexibiliteit in gebruik:
• 33 kHz voor algemeen gebruik
• 8 kHz voor traceren op middellange afstand en verminderde koppeling naar andere
leidingen.
• Gecombineerd 8 en 33 kHz (alleen verbindingsmodus) is bruikbaar in gebieden met
meerdere leidingen, waar ofwel 8 of 33 kHz betere resultaten kan geven. De beste resul-
taten kunnen dan worden gerealiseerd door omschakelen van de frequenties op de
leidingzoeker.
Daarnaast zijn de xf-signaalgeneratoren uitgerust met twee extra werkmodi (alleen in
verbindingsmodus):
• 640 Hz voor traceren op lange afstand en verminderde koppeling naar andere leidingen.
Gewoonlijk gebruikt in landen waar de frequentie van het elektriciteitsnet 50 Hz is.
• 512 Hz voor traceren op lange afstand en verminderde koppeling naar andere leidingen.
Gewoonlijk gebruikt in landen waar de frequentie van het elektriciteitsnet 60 Hz is.
42
Advertenties
