Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator
Gebruik van de signaal-
generator in verbin-
dingsmodus
5
1
1. Steek de kabels van de signaalgenerator in het aansluitpunt.
2. Sluit de zwarte kabel aan op de aardingspen en druk de pen in de grond, waarbij u erop
let dat zich geen leidingen op die plek bevinden.
3. Sluit de rode kabel aan op de leiding.
4. Schakel de signaalgenerator in en kijk of de verbindingsmodus-LED brandt en de
batterijspanning voldoende is. Vervang de batterijen als dat wordt aangegeven.
5. Selecteer het vereiste uitgangsvermogen en de uitgangsfrequentie. Het signaal is
voldoende sterk, als het audiosignaal en de uitgangsvermogen-LED overschakelen van
pulsvormig naar constant
6. Traceer het signaal met behulp van de leidingzoeker, die is ingesteld op dezelfde werk-
modus. Zie "2 Gebruik van de leidingzoeker" voor meer informatie.
2
3
6
4
48