Download Print deze pagina

Advertenties

Versie 1.1
Nederlands
Leica Digisystem
inclusief xf-serie
Gebruiksaanwijzing

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Leica Geosystems Digisystem XF Series

  • Pagina 1 Leica Digisystem inclusief xf-serie Gebruiksaanwijzing Versie 1.1 Nederlands...
  • Pagina 2 Digisystem, Introductie Introductie Aanschaf Gefeliciteerd met de aanschaf van dit Digisystem-instrument. Deze handleiding bevat belangrijke veiligheidsrichtlijnen alsmede instructies voor het instellen en de bediening van het instrument. Zie hoofdstuk "9 Veiligheidsvoorschriften" voor verdere informatie. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voor u het instrument in gebruik neemt. Productidentificatie Het model en het serienummer van uw instrument staan vermeldt op het typeplaatje.
  • Pagina 3 Symbolen De symbolen die in dit handboek worden gebruikt, hebben de volgende betekenis: Type Beschrijving Gevaar Direct gevaar bij gebruik, dat beslist leidt tot ernstig lichamelijk letsel of de dood. Waar- Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot ernstig lichamelijk schuwing letsel of de dood.
  • Pagina 4 Digisystem, Introductie...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave In deze handleiding Hoofdstuk Pagina Algemene informatie Gebruik van deze handleiding Algemene informatie i-serie Instrumenten en accessoires i-serie Gebruik van de leidingzoeker Algemene informatie Overzicht leidingzoeker Leidingzoeker Instellingen en Informatie Gevarenzone Leidingen lokaliseren Draadloze datacommunicatie, waar van toepassing Geheugen en communicatie Ingebouwde GPS Gebruik van de signaalgenerator Algemene Informatie...
  • Pagina 6 Digisystem, Inhoudsopgave Gebruik van de signaalklem Algemene informatie Overzicht signaalklem Een leiding detecteren met behulp van de signaalklem Gebruik van de huisaansluitset Algemene informatie Overzicht huisaansluitset Een leiding opsporen met behulp van de huisaansluitset Gebruik van de sonde Algemene informatie Overzicht sonde Overzicht Maxisonde Hoe een leiding te detecteren met behulp van de Sonde...
  • Pagina 7 Technische gegevens 10.1 Technische gegevens leidingzoeker i-serie 10.2 Signaal-generator Technische Gegevens 10.3 Technische gegevens geleidende spiraal 10.4 Technische gegevens sonde 10.5 Technische gegevens maxisonde 10.6 Technische gegevens huisaansluitset 10.7 Technische gegevens signaalklem 10.8 Technische gegevens multiklem Internationale Beperkte Garantie Bijlage Functionele controles Leidingzoeker Functionele Controle Functionele controle signaalgenerator...
  • Pagina 8 Digisystem, Algemene informatie Algemene informatie Gebruik van deze handleiding  Het wordt aanbevolen het instrument op te stellen, terwijl u de handleiding doorneemt. Gebruik van bena- De DIGICAT 500i, 550i, 600i, 650i, 700i, 750i en de xf-modellen worden in deze hand- mingen leiding aangeduid met de term leidingzoeker.
  • Pagina 9 Algemene informatie i-serie Beschrijving Leidingzoekers worden gebruikt om ondergrondse leidingen te detecteren, die een elek- tromagnetisch signaal uitzenden, dat wordt opgewekt door de stroom die door de leiding vloeit. Signaalgeneratoren worden gebruikt om een speciaal signaal aan te brengen op gelei- dende leidingen die zelf geen elektromagnetische signalen uitzenden of die voor specifieke doeleinden moeten worden getraceerd.
  • Pagina 10 Digisystem, Algemene informatie Accessoires Bedoeld om leidingen te detecteren die geen (of weinig) signalen afgeven. Werken gewoon- lijk in combinatie met de leidingzoeker en signaalgenerator. Functionele controle Bedoeld om de juiste werking van de apparatuur aan te tonen tussen onderhoudsintervallen. Zie "Bijlage A Functionele controles"...
  • Pagina 11 Instrumenten en accessoires i-serie Algemene Informatie De i-serie is een verzameling producten, die wordt gebruikt om ondergrondse metalen en niet-metalen leidingen te lokaliseren. Instrumentenoverzicht i-serie a) Leidingzoeker b) Signaalgenerator Accessoireoverzicht i- serie a) Geleidende spiraal (traceren van niet- metalen leidingen) b) Verlengkabel c) Huisaansluitset d) Signaalklem...
  • Pagina 12 Digisystem, Algemene informatie...
  • Pagina 13 Gebruik van de leidingzoeker Algemene informatie Werkmodi • Passieve modi: Stroomstand en radiostand • Actieve modi: 8 kHz, 33 kHz, aanvullend 512 Hz en 640 Hz voor xf-modellen • Automodus: Stroom- en radiostand gecombineerd Elektromagnetische Geleidende leidingen zenden een elektromagnetisch signaal uit als er elektrische stroom signalen doorheen loopt.
  • Pagina 14 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Gevarenzone Biedt een extra alarm, dat aangeeft wanneer een leiding wordt genaderd, die stroom, of een 8 kHz- of 33 kHz-signaal voert (512 Hz en 640 Hz voor xf-modellen). Piek vasthouden Helpt bij het nauwkeurig lokaliseren van een leiding door de piekwaarde gedurende korte tijd weer te geven.
  • Pagina 15 Vervang alle batterijen als dat wordt aangegeven. f) Voet van de behuizing  De voet kan worden vervangen als deze versleten raakt. Neem contact op met uw dealer of met een door Leica Geosystems geautoriseerde servicewerkplaats. Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker...
  • Pagina 16 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Overzicht displaypa- a) Signaalsterkte-indicator neel Geeft de respons van de leidingzoeker op een signaal (leiding) aan. b) Modusindicatoren Geeft de geselecteerde modus weer: Stroomstand, radiostand, 8 kHz, 33 kHz, automodus, (512 Hz en 640 Hz voor xf-modellen). Zie afbeelding, van onder naar boven.
  • Pagina 17 i) Numerieke signaalsterkte-indicator (SSI) Symbool statisch SSI is ingeschakeld Geen symbool: SSI is uitgeschakeld j) Stroomindicator (550i xf, 650i xf en 750i xf) Toont de door de signaalgenerator aangebrachte stroomsterkte, die door een leiding loopt. Dit wordt gemeten in milliampère (mA). k) Meeteenheid (Diepte-indicatie met de 550i, 650i, 550i xf, 650i xf en 750i xf)Geeft aan of de diepte in meters, voet of inch wordt weergegeven.
  • Pagina 18 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Instell. Beschrijving Past het contrast aan van het display (0 - 15). Toont de meeteenheid. Toont de datum voor de volgende onderhoudsbeurt DD/MM/YY. Toont de naam van de leverancier of het bedrijf. Toont het telefoonnummer van de leverancier/bedrijf. Toont de naam van de operator.
  • Pagina 19 Opties zijn 50 of 60 Hz. Zie "Bijlage B Netspanning en -frequentie voor verschillende landen" voor verdere informatie. Neem contact op met uw leverancier of een door Leica Geosystems geautoriseerde service- werkplaats als uw instrument niet juist is geconfigureerd voor uw regio.
  • Pagina 20 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Batterijen vervangen 1. Vervang de batterijen als de indicator leeg is of laad ze op. 2. Druk op de ontgrendelknop om het batterijdeksel te openen. Neem het batterijcompartiment uit de leiding- zoeker. 3. Vervang alle batterijen door zes nieuwe type LR6 (AA) alkalinebatte- rijen of verwijder de batterijen en laad ze op als de batterijen oplaadbaar zijn.
  • Pagina 21 Gevarenzone Statusindicator Beschrijving statusindicatoren Gevarenzone is ingeschakeld. Gevarenzone is ingeschakeld en geeft alarm. Gevarenzone is uitgeschakeld. Voorzichtig Het uitblijven van een positieve signalering wil niet zeggen dat er geen ondergrondse leidingen zijn. Er kunnen leidingen aanwezig zijn, die geen detecteerbaar signaal uitzenden. Niet-metalen leidingen, zoals PVC-buizen die vaak voor water en gas worden gebruikt, kunnen door leidingzoekers alleen worden teruggevonden met gebruik van specifieke acces- soires.
  • Pagina 22 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Leidingen lokaliseren Zelftest bij opstarten De volgende testreeks wordt altijd uitgevoerd als de signaalgenerator wordt geactiveerd. Test Testpatroon Info op label Geluidssignaal Aan gedurende de test- reeks Signaalsterkte-indicator Alle segmenten lichten achtereenvolgens eenmaal op Modusindicatoren Kort verlicht Indicatorpictogrammen Kort verlicht...
  • Pagina 23 Zoekproces Het zoekproces wordt opgedeeld in drie stappen: • Snelzoeken • De leiding nauwkeurig lokaliseren • Richting van de leiding  Snelzoeken De automodus combineert de voordelen van simultane detectie in stroom- en radiostand en helpt om de aanwezigheid van leidingen vast te stellen bij een eerste controle van de locatie.
  • Pagina 24 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker  Bij aanwezigheid van een leiding die signaal uitzendt, wordt een toon hoorbaar en zal de signaalsterkte-indicator hoger en lager aanwijzen bij het passeren van de leiding. 3. Herhaal het zoekpatroon in radiostand.  Het zoekpatroon moet tenminste zowel in de stroom- als radiostand worden uitgevoerd, omdat niet alle leidingen (inclusief sommige elektrische) een signaal uitzenden.
  • Pagina 25 De leiding nauwkeurig Ga terug naar het gebied waar het lokaliseren hoogste signaal werd afgelezen (piekrespons). De leiding ligt direct onder de leidingzoeker als de signaal- sterkte-indicator maximaal aanwijst. Het geluidssignaal zal zichzelf automatisch aanpassen om de leiding nauwkeurig te kunnen vinden en zal automatisch resetten als de signaalsterkte- indicator terugvalt naar de mini-...
  • Pagina 26 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Detectie van de richting 1. Plaats de leidingzoeker recht van de leiding boven de leiding. 2. Roteer de leidingzoeker om zijn 3. Het blad van de leidingzoeker staat in de richting van de leiding als de signaalsterkte- indicator minimaal aanwijst.
  • Pagina 27  • Het activeren van sondediepte leidt tot onnauwkeurige resultaten. • Markeer leidingen met markeerverf, paaltjes, vlaggen of iets vergelijkbaars. Sla nooit paaltjes in de grond boven de leiding • Naast de leidingen waarvan u de diepte hebt bepaald, kunnen er nog andere leidingen binnen het ontgravinggebied liggen.
  • Pagina 28 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Waarschuwing De aflezing van de diepte geeft mogelijk niet de juiste diepte aan als de leidingzoeker signaal opvangt, dat in de leiding wordt geïnduceerd door de signaalgenerator. Dit signaal wordt uitgezonden vanuit het centrum van de leiding. Dit is nog belangrijker als het signaal wordt geproduceerd door een sonde die in een buis ligt met een grote diameter! Voorzorgsmaatregel...
  • Pagina 29  • Het activeren van lijndiepte leidt tot onnauwkeurige resultaten. • Markeer leidingen met markeerverf, paaltjes, vlaggen of iets vergelijkbaars. Sla nooit paaltjes in de grond boven de leiding. • Naast de leidingen waarvan u de diepte hebt bepaald, kunnen er nog andere leidingen binnen het ontgravinggebied liggen.
  • Pagina 30 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Codes diepte- Code Beschrijving Informatie op het informatie instrumentlabel De leiding ligt te ondiep om goed te worden metres ft-inch gemeten. meters ft-inch 0.3 m De leiding ligt te diep. metres ft-inch meters ft-inch 3.0 m 10ft Het signaal dat door de leidingzoeker wordt ontvangen, is te zwak om goed te worden...
  • Pagina 31 Code Beschrijving Informatie op het instrumentlabel Het signaal dat door de leidingzoeker wordt ontvangen, is te sterk om goed te worden gemeten. Dieptefunctie is niet beschikbaar. De leidingzoeker staat in de verkeerde modus om de diepte te meten. Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker...
  • Pagina 32 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Stroommeting Een stroommeting wordt uitgevoerd om de leiding waarop de signaalgenerator is aange- (550i xf, 650i xf en sloten, te identificeren. De stroom wordt gemeten in milliampères (mA). 750i xf) De signaalgenerator wordt gebruikt voor het aanbrengen van een signaal (stroom) op de betreffende leiding.
  • Pagina 33 stelsel, omdat aftakkingen een overeenkomstige verlaging van de stroomsterkte laten zien. Een plotselinge verlaging van de stroomsterkte kan wijzen op een beschadiging van de leiding. Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker...
  • Pagina 34 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Een stroommeting uitvoeren 1. Voer een signaal toe aan de leiding. Zie "3 Gebruik van de signaalgenerator" voor verdere informatie. 2. Selecteer de modus die past bij de output van de signaalgene- rator. Plaats de leidingzoeker recht boven de leiding, onder een hoek van 90 graden ten opzichte van de richting van de...
  • Pagina 35 Draadloze datacommunicatie, waar van toepassing Bluetooth De Bluetooth-status wordt aangegeven op het display van de leidingzoeker. Op alle leiding- zoekers met Bluetooth-verbinding brandt het Bluetooth-symbool. De leidingzoeker kan met behulp van Bluetooth gegevens draadloos doorsturen naar een geschikte gegevensopslag, zodat de operator informatie kan vastleggen over de status van de leidingzoeker en de diepte van de leiding.
  • Pagina 36 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Beschrijving ASCII-tekst ASCII-uitgangspatroon: • BT1 (standaard op alle leidingzoekers waarop Bluetooth is ingeschakeld): DVxxxSNxxxxxxSVxxxxTMxxxxxDTdd/mm/yyCMxxSTxBTxMDxSSxxUMxDPxxxx • BT2 (afhankelijk van model): DPxxxxUMxMDxSSxxDVxxxSNxxxxxxCMxxBTxSTxSVxxxxDTxxxxxxxxTMxxxxx...
  • Pagina 37 Gegevens Bereik Voorbeeld- Beschrijving uitvoer: waarde 000 tot 999 Modelaanduiding 000000 tot 999999 123456 Serienummer 0.00 tot 9.99 3.01 Softwareversie 00:00 t/m 23:59 08:30 Tijd: uu:mm (standaard = 00:00 geen tijd of klok beschikbaar) 00/00/00 t/m 01/12/10 Datum: dd/mm/jj 31/12/99 (standaard = 00/00/00 geen klok beschik- baar) 00 tot 15...
  • Pagina 38 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker Geheugen en communicatie Gegevensrecords De leidingzoekers 600i, 650i, 700i, 750i, 600i xf, 650i xf en 750i xf slaan tijdens het gebruik de gegevens op. De leidingzoekers beginnen na afronding van de opstartprocedure met het elke seconde opslaan van gegevens in records. Deze records (logs) worden opge- slagen in het geheugen van de leidingzoekers en kunnen via Bluetooth worden overgebracht naar een pc voor verdere analyse.
  • Pagina 39 Ingebouwde GPS Gegevensrecords De leidingzoekers 700i, 750i en 750i xf hebben een ingebouwde GPS-module, die gebruikt wordt voor het vastleggen van de geografische positie van de meetlocatie. De geografische positie (lengte- en breedtegraad) wordt opgeslagen in het logbestand en geeft informatie over waar de leidingzoeker is gebruikt.
  • Pagina 40 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker  GPS Zoekmodus (700i, 750i & 750i xf) Tijdens de opstarttest wordt de GPS-zoekmodus geactiveerd, zodat de ingebouwde GPS- module naar een GPS-positie kan zoeken. Zelfs als de leidingzoeker is uitgeschakeld, blijft na de opstarttest de GPS-zoekmodus actief; het zoeken stopt wanneer een GPS-positie wordt gevonden of wanneer er gedurende 12 minuten gezocht is.
  • Pagina 41 Digisystem, Gebruik van de leidingzoeker...
  • Pagina 42 Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator Gebruik van de signaalgenerator Algemene Informatie Traceersignaal De signaalgenerator zet een elektrische stroom (signaal) op een ondergrondse metalen leiding, zodat de leiding door de leidingzoeker, die in dezelfde modus staat ingesteld, kan worden opgespoord en geïdentificeerd. Werkmodus Er zijn drie werkmodi beschikbaar voor flexibiliteit in gebruik: •...
  • Pagina 43 Beschrijving Actief traceren is een term die regelmatig wordt gebruikt als een signaalgenerator wordt toegepast om een signaal aan een leiding toe te voeren om deze te kunnen traceren. Het gebruik van een signaalgenerator verbetert de detectie van leidingen sterk, vooral voor leidingen die zelf geen signaal of stroom voeren.
  • Pagina 44 Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator Overzicht signaalgenerator Hoofdcomponenten a) Batterijdeksel signaalgenerator b) Accessoire compartiment c) Aansluitpunt Gebruikt om accessoires direct aan te sluiten op metalen leidingen. (Standaard: krokodillenklem kabelset.) d) Luidspreker e) Knop uitgangsvermogen met indicator Druk de knop in om het uitgangsvermogen van de signaalgenerator in te stellen.
  • Pagina 45 Batterijen vervangen Wanneer de batterijspanning laag is, knippert het batterijlampje. 1. Draai de schroef los en open het deksel. 2. Vervang alle batterijen door vier nieuwe type LR20 (D) alkalinebatterijen of verwijder de batterijen en laad ze op als de batterijen oplaadbaar zijn. Waarschuwing Risico van elektrische schok bij het verwijderen van de batterijen van de signaalgenerator.
  • Pagina 46 Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator Hoe een leiding te detecteren met behulp van de Signaal-generator Zelftest bij opstarten De volgende testreeks wordt altijd uitgevoerd als de signaalgenerator wordt geactiveerd. Test Testpatroon Geluidssignaal Aan gedurende de testreeks LED's De LED's blijven gedurende de gehele testreeks branden. Selectie van de standaard- Standaard worden uitgangvermogensniveau twee en 33 modus...
  • Pagina 47 Gebruik van de signaal- generator in inductie- modus 1. Schakel de signaalgenerator in en kijk of de inductiemodus-LED brandt en de batterijspanning voldoende is. Vervang de batterijen als dat wordt aangegeven. Selec- teer het vereiste uitgangsvermogen en de uitgangsfrequentie. 2. Positioneer de signaalgenerator boven de leiding met de pijlen in de richting waarin de leiding gedacht wordt te lopen.
  • Pagina 48 Digisystem, Gebruik van de signaalgenerator Gebruik van de signaal- generator in verbin- dingsmodus 1. Steek de kabels van de signaalgenerator in het aansluitpunt. 2. Sluit de zwarte kabel aan op de aardingspen en druk de pen in de grond, waarbij u erop let dat zich geen leidingen op die plek bevinden.
  • Pagina 49 Gevaar Het aansluiten van de kabel op een stroomvoerende leiding kan een elektrische schok tot gevolg hebben. Voorzorgsmaatregel De kabelset mag nooit direct op een stroomvoerende leiding worden aangesloten. Waarschuwing De signaalgenerator kan potentieel dodelijke spanningen leveren. Voorzorgsmaatregel Er dient voorzichtigheid in acht te worden genomen bij het werken met blootliggende of niet-geïsoleerde verbindingen, zoals;...
  • Pagina 50 Digisystem, Toepassing van de Geleidende spiraal Toepassing van de Geleidende spiraal Algemene informatie Beschrijving De geleidende spiraal is een hulpmiddel om niet-metalen leidingen of kabelgoten met een kleine diameter te traceren. Hij kan worden toegepast in lijnmodus of sondemodus. Geleidende spiraal Overzicht Hoofdcomponenten geleidende spiraal a) Einde van de haspel: Sondemodus...
  • Pagina 51 Een leiding detecteren met behulp van de geleidende spiraal Gebruik van de gelei- 1. Steek de stang in de buis, pijp, kabel- dende spiraal in lijn- goot of afvoer totdat de gewenste modus lengte bereikt is. 2. Sluit de kabels van de signaalgene- rator aan op het aansluitpunt 3.
  • Pagina 52 Digisystem, Toepassing van de Geleidende spiraal  • Let er bij het plaatsen van een aardingspen op, dat er op die plaats geen ondergrondse leidingen aanwezig zijn. Gebruik vooraf de leidingzoeker. • Tijdens gebruik moet minimaal de helft van de lengte van de Geleidende spiraal zijn afge- rold.
  • Pagina 53 Gebruik van de signaalklem Algemene informatie Beschrijving De signaalklem biedt een veilige manier om een signaal toe te voeren aan leidingen, zoals telefoonkabels, etc. Hij wordt aangesloten op de signaalgenerator en vervolgens om de leiding geklemd. De leiding wordt niet onderbroken door het toegevoerde signaal. Overzicht signaalklem Hoofdcomponenten signaalklem...
  • Pagina 54 Digisystem, Gebruik van de signaalklem Een leiding detecteren met behulp van de signaalklem Gebruik van de signaal- klem 1. Sluit de signaalklem aan op de signaalgenerator. 2. Open de bek van de signaalklem en plaats deze om de leiding die moet worden getra- ceerd.
  • Pagina 55 Gevaar Op de verbindingsstekker van de signaalklem kan een gevaarlijke spanning staan, wanneer de klem op een stroomvoerende leiding is bevestigd. Voorzorgsmaatregel De klem moet eerst op de leidingzoeker worden aangesloten en daarna pas om de leiding worden geklemd. Gevaar Er kan een gevaarlijk signaal aanwezig zijn op de leiding met risico op lichamelijk letsel.
  • Pagina 56 Digisystem, Gebruik van de huisaansluitset Gebruik van de huisaansluitset Algemene informatie Beschrijving De huisaansluitset biedt een veilige techniek voor het toevoeren van een traceerbaar signaal aan stroomvoerende elektriciteitskabels. Hij wordt aangesloten op de leiding via een stop- contact en levert een traceerbaar signaal. De stroomvoorziening wordt niet onderbroken door het toegevoegde signaal en het risico op ernstig letsel wordt tot een minimum gere- duceerd.
  • Pagina 57 Een leiding opsporen met behulp van de huisaansluitset Gebruik van de huis- aansluitset 1. Sluit de huisaansluitset aan op de signaalgenerator. 2. Steek de stekker van de huisaansluitset in een stopcontact. Let op dat de hoofdschake- laar is ingeschakeld. 3. Schakel de signaalgenerator in, selecteer het vereiste uitgangsvermogen en stel de uitgangsfrequentie in op de waarde die past bij de huisaansluitset.
  • Pagina 58 Digisystem, Gebruik van de huisaansluitset  • De netspanning moet zijn ingeschakeld voor een juiste werking. • Let erop dat de uitgangsfrequentie van de signaalgenerator vergelijkbaar is met die van de huisaansluitset. • Kijk voor de frequentiespecificatie op het typeplaatje van de huisaansluitset. Gevaar Er kan een gevaarlijk signaal aanwezig zijn op de connector van de huisaansluitset als deze op een stopcontact is aangesloten.
  • Pagina 59 Gebruik van de sonde Algemene informatie Beschrijving De sonde is een signaalzender die wordt gebruikt om afvoeren, riolen en andere niet-gelei- dende leidingen te traceren. Het kan worden bevestigd aan diverse soorten gereed- schappen, waaronder afvoerontstoppers, rioolreinigers en inspectiecamera's. De sonde bevat zelf batterijen, dus hoeft, in tegenstelling tot andere accessoires, niet te worden aangesloten op de signaalgenerator.
  • Pagina 60 Digisystem, Gebruik van de sonde Wijzigen van de Wisselen naar 33 kHz-modus: uitgangsfrequentie 1. Schroef de eindkap van het sondelichaam. Plaats een batterij met de positieve pool naar binnen. Schroef de eindkap weer stevig vast. 2. Houd de sonde rechtop. Verifieer dat de groene LED continu brandt.
  • Pagina 61 Wisselen naar 8 kHz-modus: 1. Schroef de eindkap van het sondelichaam. Plaats een batterij met de positieve pool naar binnen. Schroef de eindkap weer stevig vast. 2. Houd de sonde rechtop. Verifieer dat de groene LED continu brandt. 3. Draai de sonde met de LED naar beneden en wacht 1 seconde.
  • Pagina 62 Digisystem, Gebruik van de sonde Overzicht Maxisonde Hoofdcomponenten Maxisonde a) Behuizing Maxisonde b) LED c) 3x LR6 (AA) batterij d) Eindkap en M10-bevestigingspunt  De schroefdraad van de sonde is M10-buitendraad en wordt geleverd met adapters voor zowel Britse als Europese rioolveren.
  • Pagina 63 Wijzigen van de Wisselen naar 33 kHz-modus: uitgangsfrequentie 1. Schroef de eindkap van het sondelichaam. 2. Plaats de batterijen; laat de positieve pool het eerst contact maken. 3. Schroef de eindkap weer stevig vast. Als de groene LED knippert, is de sonde gereed voor gebruik met 33 kHz. Digisystem, Gebruik van de sonde...
  • Pagina 64 Digisystem, Gebruik van de sonde Wisselen naar 8 kHz-modus: 1. Schroef de eindkap van het Sondelichaam. 2. Plaats de batterijen; laat de positieve pool het laatst contact maken. 3. Schroef de eindkap weer stevig vast. Als de gele LED knippert, is de sonde gereed voor gebruik met 8 kHz. LED's voor de Als de gele en groene LED's knip- batterijspanning...
  • Pagina 65 Hoe een leiding te detecteren met behulp van de Sonde De sonde aan een riool- Zodra de functie van de sonde is afgestemd op een leidingzoeker die is ingesteld op dezelfde veer bevestigen werkmodus, kan de sonde worden bevestigd aan een rioolveer of een ander hulpmiddel om hem te geleiden in de na te lopen leiding.
  • Pagina 66 Digisystem, Gebruik van de sonde 2. Loop terug en plaats de leidingzoeker direct boven het pieksignaal. Beweeg de leidingzoeker naar links en naar rechts totdat de hoogste numerieke waarde wordt verkregen. Deze waarde geeft de exacte locatie aan van de sonde. 3.
  • Pagina 67  Manshoge riolen Als een manshoog riool wordt getra- traceren ceerd, kan de sonde ook verticaal geplaatst worden, bijvoorbeeld om ondergrondse mangaten te vinden. De leidingzoeker zal een rond signaalveld zien met een nulpunt in het midden (donutvorm). Dit is een nauwkeurige methode, maar het is essentieel dat de sonde verticaal is geplaatst.
  • Pagina 68 Vervoer het instrument altijd in de transportkoffer en zet deze vast. Verschepen Als het instrument per spoor, vliegtuig of schip wordt vervoerd, gebruik dan steeds de origi- nele Leica Geosystems of gelijkwaardige verpakking om het te beschermen tegen schokken en trillingen. Verschepen, vervoer...
  • Pagina 69 Reinigen en Drogen Vochtige instrumenten Droog het product, de transportkoffer, de schuimrubber inzetstukken en de accessoires bij een temperatuur van maximaal 40°C / 104°F en maak hen schoon. Niet opnieuw inpakken voordat alles goed droog is. Kabels en Stekkers Houdt stekkers altijd schoon en droog. Vuil in de stekkers van de aansluitsnoeren eruit blazen.
  • Pagina 70 Digisystem, Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Algemene Introductie Beschrijving Deze aanwijzingen dienen om beheerders en gebruikers van het instrument in staat te stellen om tijdig op eventuele gebruiksgevaren in te spelen en zo mogelijk te vermijden. De beheerder moet er op toezien, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en opvolgen.
  • Pagina 71 • Gebruik van instrumenten met duidelijk zichtbare schade of defecten. • Gebruik van accessoires van andere fabrikanten, die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Leica Geosystems. • Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen op de meetlocatie, bijvoorbeeld bij metingen op of langs wegen. Waarschuwing Bij ondeskundig gebruik bestaat gevaar voor letsel, het niet functioneren of het ontstaan van materiële schade.
  • Pagina 72 • Zorgt ervoor dat het instrument gebruikt wordt volgens de instructies. • Hij is bekend met de plaatselijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en preventie van ongelukken. • Hij informeert Leica Geosystems onmiddellijk, als er veiligheidsgebreken aan de uitrusting optreden. Waarschuwing De beheerder is er verantwoordelijk voor dat het instrument conform de voorschriften wordt gebruikt.
  • Pagina 73 Gebruiksrisico's Waarschuwing Ontbrekende of onvolledige instructie kan leiden tot een onjuiste bediening of ondeskundig gebruik. Daarbij kunnen zich ongelukken voordoen met ernstig lichamelijk letsel, aanzienlijke materiële en financiële schade en schade aan het milieu. Voorzorgsmaatregelen: Alle gebruikers dienen de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant en de instructies van de beheerder op te volgen.
  • Pagina 74 Digisystem, Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing Tijdens het gebruik van dynamische applicaties, bijvoorbeeld uitzetprocedures, bestaat gevaar voor ongelukken als onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de omgeving, zoals obstakels, ontgravingen of verkeer. Voorzorgsmaatregelen: De beheerder is verantwoordelijk voor het instrument en moet alle gebruikers wijzen op de bestaande risico's.
  • Pagina 75 Opties zijn 50 of 60 Hz. Raadpleeg "Appendix B Wereldwijd gebruikte frequentiezones" (Gebruikershandleiding) voor meer informatie. Neem contact op met uw leverancier of een door Leica Geosystems geautoriseerde service- werkplaats, als het instrument niet correct is geconfigureerd voor uw regio.
  • Pagina 76 Digisystem, Veiligheidsvoorschriften Gevaar Bij toepassing van de huisaansluitset kan een gevaarlijk spanning aanwezig zijn op de leiding of het stopcontact, die kan zorgen voor persoonlijk letsel. Voorzorgsmaatregelen: Gebruik de signaalklem niet voor leidingen die geen of een slechte isolatie hebben. Bij twijfel niet gebruiken.
  • Pagina 77 Voorkom altijd de toegang tot het instrument door onbevoegden. Productspecifieke informatie over behandeling en afvalverwerking kan worden gedownload vanaf de website van Leica Geosystems via http://www.leica-geosystems.com/treatment of worden verkregen via uw Leica Geosystems dealer. Digisystem, Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 78 (jas)zakken kunnen de accupolen in contact komen met sieraden, sleutels, gemetalliseerd papier of andere metalen voorwerpen. Voorzorgsmaatregelen: Zorg er voor, dat accupolen niet in contact komen met metalen voorwerpen. Waarschuwing Uitsluitend door Leica Geosystems geautoriseerde servicecentra mogen deze instrumenten repareren.
  • Pagina 79 Voorzorgsmaatregelen: Gebruik alleen apparaten en accessoires die zijn aanbevolen door Leica Geosystems. Indien gebruikt in combinatie met het instrument voldoen deze aan de strengste voorschriften en normen. Let bij gebruik van computers en andere elektronische apparatuur goed op de infor- matie over elektromagnetische compatibiliteit, zoals verstrekt door de fabrikant.
  • Pagina 80 Voorzorgsmaatregelen: Hoewel het instrument in combinatie met radio of GSM-telefoons die zijn aanbevolen door Leica Geosystems, voldoet aan de strengste regels en normen op dit gebied, kan Leica Geosystems de mogelijkheid niet volledig uitsluiten dat andere apparatuur wordt gestoord of dat er effect is op mensen of dieren.
  • Pagina 81 • Het apparaat aansluiten op een stopcontact van een andere stroomkring, dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio/TV technicus. Waarschuwing Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Leica Geosystems zijn toegestaan, kunnen de gebruiker het recht ontnemen het apparaat te gebruiken. Digisystem, Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 82 S. No.: Power: 9V + / 200mA max. Alkaline 6x LR6(AA) Leica Geosystems AG CH-9435 Heerbrugg Made in the UK This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received,...
  • Pagina 83 Labeling signaalgene- rator Power: Leica Geosystems AG 4xLR20 (D) Alkaline CH - 9435 Heerbrugg nominal / 2A Max. Switzerland NiMH 4.8V nominal / 9000mA. Type Art.No. Ser.No. This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two...
  • Pagina 84 Digisystem, Veiligheidsvoorschriften Geleidende spiraal a) Einde van de haspel: Sondemodus Gebruikt om nauwkeurig het eindpunt van de stang te bepalen. b) Stang: Line mode Flexible, Glass Fibre sheathed, which incorporates copper wires to conduct the signal. c) Aansluitpunten Gebruikt om de signaalgenerator aan te sluiten.
  • Pagina 85 Signaalklem a) Aansluiting signaalklem b) Bek c) Draagbeugel d) Kabel Huisaansluitset a) Stekker voor stopcontact b) Lijnisolator c) Aansluiting signaalklem Digisystem, Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 86 Digisystem, Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 87 Technische gegevens 10.1 Technische gegevens leidingzoeker i-serie Gemiddeld detectiebe- Modus Afstand langs geleider reik Stroomstand lengte van de geleider Radiostand lengte van de geleider Geleidende-spiraalmodus Lengte van de afgewonden staaf Diepte werkbereik Modus Bereik Stroomstand tot 3 m Radiostand tot 2 m Signaalgeneratormodus Afhankelijk van type signaalgenerator en leiding...
  • Pagina 88 : Positie 2,5 m CEP, SBAS 2,0 m CEP, • Opstarttijd: Koud gemiddeld 34s, warm gemiddeld 34s, actief gemiddeld 1s Alle data/informatie volgens de fabrikant u-blox®GPS; Leica Geosystems aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor dergelijke informatie. De nauwkeurigheid is afhankelijk van diverse factoren, waaronder atmosferische omstan- digheden, meerdere paden, obstakels, de richting van het signaal en het aantal gevonden satellieten.
  • Pagina 89 Displaypaneel • Staafdiagram met 48 segmenten • 5 modusindicatoren (standaard), 7 modusindicatoren (xf-modellen) • Batterijstatusindicator • Lijndiepte-indicator • Sondediepte-indicator • Bluetooth-indicator (indien aanwezig) • Geïntegreerde displayverlichting • Indicator voor jaarlijks onderhoud • 3 alfanumerieke 5x7 dotmatrix-displays • Signaalsterkte-indicator • mA (milliampères) •...
  • Pagina 90 Digisystem, Technische gegevens Instrumentafmetingen 85 mm/3.4 Inches 760 mm/30 Inches 250 mm/10 Inches Gewicht Instrument: 2,7 kg (inclusief batterijen) Omgevingsspecificaties Type Beschrijving Temperatuur In werking -20°C tot +50°C -4°F tot +122°F Opslag -40°C tot +70°C -40°F tot +158°F Bescherming tegen water, stof IP54 (IEC 60529) en zand Stofdicht...
  • Pagina 91 Conformiteit met nati- • FCC deel 15 (van toepassing in de US) onale regelgeving • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de DIGICAT 500i/550i/600i/650i/700i/750i/500i xf/550i xf/600i xf/650i xf/700i xf/750i xf voldoen aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
  • Pagina 92 Digisystem, Technische gegevens 10.2 Signaal-generator Technische Gegevens Gemiddeld detectiebe- Modus Output reik Inductiemodus Maximaal 1 W Verbindingsmodus 100t & 100t xf Maximaal 1 W indien verbonden met een ondergrondse leiding met een impedantie van 300 Ω. Verbindingsmodus 300t & 300t xf Maximaal 3 W indien verbonden met een ondergrondse leiding met een impedantie van 300 Ω.
  • Pagina 93 Geïntegreerde luid- Geluidsvolume: 85 dBA @ 30 cm sprekers Toon: 8 kHz-modus: Lage toon 33 kHz-modus: Hoge toon 512 Hz-modus (xf-modellen): Lage toon 640 Hz-modus (xf-modellen): Lage toon Inductiemodus: Pulstoon Verbindingsmodus: Pulstoon bij slechte of geen stroomuitgang, constante toon bij goede verbinding Interne batterij Type: 4 x D alkaline (IEC LR20), meegeleverd...
  • Pagina 94 • FCC deel 15 (van toepassing in de US) onale regelgeving • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de DIGITEX 100t/300t/100t xf/300t_xf voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica- geosystems.com/ce.
  • Pagina 95 10.3 Technische gegevens geleidende spiraal Gemiddeld detectiebe- Beide modi, lijn en sonde: Gemiddeld 3,0 m reik Traceerafstand 30 m; 50 m; 80 m (maximaal) Afhankelijk van de haspellengte Zendfrequenties Afhankelijk van de signaalgenerator Instrumentafmetingen 490 mm/19.3 Inches 210 mm/8.3 Inches 440 mm/17.3 Inches Gewicht Instrument:...
  • Pagina 96 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de geleidende spiraal voldoet aan de essen- onale regelgeving tiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformi- teitsverklaring kan worden geraadpleegd via http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 97 10.4 Technische gegevens sonde Zendfrequenties • 8,192 (8) kHz of • 32,768 (33) kHz Interne batterij Type: 1 x LR6 (AA) alkaline Gemiddelde werkduur: 40 uur onderbroken gebruik bij 20°C; in 8 kHz- of 33 kHz-modus Instrumentafmetingen Ø38 mm/1.5 Inches 120 mm/4.7 Inches Gewicht Instrument:...
  • Pagina 98 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de DIGIMOUSE voldoet aan de essentiële onale regelgeving vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteits- verklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 99 10.5 Technische gegevens maxisonde Werk/zendfrequentie • 8 kHz of • 33 kHz Interne batterij Type: 3 x LR6 (AA) alkaline Gemiddelde werkduur: 10 uur continu gebruik bij 20°C / 68°F; in 8 kHz of 33 kHz modus Instrumentafmetingen Ø55 mm/2.17 Inches 300 mm / 12 Inches Gewicht Instrument:...
  • Pagina 100 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de Maxi Sonde voldoet aan de essentiële onale regelgeving vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteits- verklaring kan worden geraadpleegd via http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 101 10.6 Technische gegevens huisaansluitset Zendfrequenties • 32,768 (33) kHz Instrumentafmetingen 80 mm/3.1 Inches 100 mm/3.9 Inches Gewicht Instrument: 0,15 kg Digisystem, Technische gegevens...
  • Pagina 102 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de huisaansluitset voldoet aan de essentiële onale regelgeving vereisten en overige bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 103 10.7 Technische gegevens signaalklem Zendfrequenties 32,768 (33) kHz bij gebruik met een signaalzender ingesteld op 33 kHz. Instrumentafmetingen 250 mm/9.8 Inches 142 mm/5.6 Inches 100 mm/4 Inches Gewicht Instrument: 0,354 kg Digisystem, Technische gegevens...
  • Pagina 104 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de signaalklem voldoet aan de essentiële onale regelgeving vereisten en overige bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 105 10.8 Technische gegevens multiklem Werk/zendfrequentie • 8 kHz • 33 kHz • Gemengd: 8/33 kHz • 512 Hz • 640 Hz Instrumentafmetingen 250 mm/9.84 Inches 129 mm/5.07 Inches 80 mm/3.15 Inches Gewicht Instrument: 0,82 kg / 1,8 lbs Digisystem, Technische gegevens...
  • Pagina 106 Conformiteit met nati- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de multiklem voldoet aan de essentiële onale regelgeving vereisten en overige bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 107 Dit product is onderworpen aan de regels en voorwaarden zoals vermeld in de Internationale Beperkte Garantie Beperkte Garantie, die u kunt downloaden van de homepage van Leica Geosystems via http://www.leica-geosystems.com/internationalwarranty or collect from your Leica Geosy- stems-distributeur. De genoemde garantie is exclusief en komt in plaats van elke andere garantie, regels of voorwaarden, uitgesproken of geïmpliceerd, ofwel feitelijk of door de...
  • Pagina 108 Digisystem, Bijlage A Functionele controles Leidingzoeker Functionele Controle Controleren op juist Voordat een test kan worden uitgevoerd, is het belangrijk om de staat van het apparaat, de functioneren batterijen en de basisfunctionaliteit te controleren. Dit kan worden gedaan aan de hand van onderstaande lijst. 1.
  • Pagina 109 De werking controleren Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de leidingzoeker te verifiëren. Het is belangrijk dat deze test wordt uitgevoerd op ruime afstand van gebieden met elek- tromagnetische velden of ondergrondse leidingen die een sterk signaal uitzenden. 1.
  • Pagina 110 Digisystem,  Als een of meer van deze tests geen respons opleveren of een significant andere respons dan normaal, dan dient de leidingzoeker ter reparatie te worden opge- stuurd. Functietest Checklist functionele test Controlelijst Instrument: Serienummer: Opmerkingen: Leidingzoeker... Test Werking Foutanalyse Notities N.V.T...
  • Pagina 111 Checklist functionele test 6. Audiovisuele Terugsturen voor LCD is verlicht en er klinkt een display-test reparatie geluidssignaal. 7. Accu's Vervangen Vervang alkalinebatterijen als ze leeg zijn (geen respons) of als het batterijlampje oplicht of knippert na de display- test. Vervang alle batterijen! 8.
  • Pagina 112 Digisystem, Checklist functionele test 12. Dieptemodus Terugsturen voor Geeft hetzelfde resultaat als (alleen dieptelei- reparatie de testunit (10% nauwkeu- dingzoeker) righeid). • 8 kHz, 33 kHz • 512 Hz, 640 Hz (xf-modellen) Getest door: Datum:...
  • Pagina 113 Functionele controle signaalgenerator Controleren op juist Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de signaalgenerator te verifi- functioneren eren. Voordat een test kan worden uitgevoerd, is het belangrijk om de staat van het apparaat, de batterijen en de basisfunctionaliteit te controleren. Om deze test uit te voeren is het volgende nodig: •...
  • Pagina 114 Digisystem, 2. Audiovisuele display-test Schakel de signaalgenerator in. Alle LED's zullen oplichten en uit de luidspreker klinkt een geluidssignaal. Alle LED's moeten oplichten en er moet geluid uit de luidspreker klinken. 3. Batterijcontrole Wanneer de batterijspanning laag is, knippert het batterijlampje. Replace all batteries with four new LR20 (D) type alkaline batteries, or remove and recharge the battery pack if rechar- geable batteries are fitted.
  • Pagina 115 5. De signaalgenerator geeft de uitkomst weer. Geslaag Battery indicator: LED knippert (indien getest met zwakke batterijen). Geluidssignaal: Driemaal een hoge - lage pulstoon. Voldoet Battery indicator: LED knippert (indien getest met zwakke batterijen). niet Geluidssignaal: Lage toon hoorbaar. Modusweergave: Inductie- of verbindings-LED licht op om storingsmodus weer te geven.
  • Pagina 116 Digisystem, Functietest Checklist functionele test Controlelijst Instrument: Serienummer: Opmerkingen: Signaal-generator... Test Werking Foutanalyse Notities N.V.T 1. Behuizing Terugsturen voor Behuizing mag niet bescha- reparatie / digd zijn. vervanging 2. Labels Terugsturen voor Belettering moet leesbaar en reparatie / intact zijn. Labels mogen niet vervanging beschadigd of gescheurd zijn.
  • Pagina 117 Checklist functionele test 6. Accu's Vervangen Vervang alkalinebatterijen als ze leeg zijn (geen respons) of als het batterijlampje gaat branden of knipperen na de display-test. Vervang alle batterijen! 7. Inductiemodus Terugsturen voor Verminderd of geen uitgang- reparatie / signaal. vervanging 8.
  • Pagina 118 Digisystem, Functionele controle geleidende spiraal Controleren op juist Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de geleidende spiraal te veri- functioneren fiëren. Om deze test uit te voeren is het volgende nodig: • Een signaalgenerator voor het genereren van het meetsignaal in de sonde- en lijnmodus- testen •...
  • Pagina 119 Functietest Checklist functionele test Controlelijst Instrument: Serienummer: Opmerkingen: Geleidende spiraal ... Test Werking Foutanalyse Notities N.V.T 1. Sondemodus: Repareer of Defecte kabel. Geluidssignaal van vervang de signaalgenerator kabelset is niet constant 2. Sondemodus: Terugsturen voor Een of beide interne draden Leidingzoeker reparatie / zijn onderbroken of kortge-...
  • Pagina 120 Digisystem, Functionele controle sonde Controleren op juist Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de sonde te verifiëren. functioneren Om deze test uit te voeren is het volgende nodig: • Een leidingzoeker om de signalen te detecteren. •...
  • Pagina 121 1. Schakel de sonde in en activeer de 33kHz-modus. 2. Stel de leidingzoeker in op 33 kHz en richt hem op de sonde (zie illustratie). 3. Op 2 m moet de leidingzoeker maximaal aanwijzen. 4. Herhaal dit met de sonde en leidingzoeker op 8 kHz. 2 m/6.56 ft 5 m/16.4 ft 5 m/16.4 ft...
  • Pagina 122 Digisystem, Functietest Checklist functionele test Controlelijst Instrument: Serienummer: Opmerkingen: Sonde... Test Werking Foutanalyse Notities N.V.T 1. Behuizing Voldoet niet Behuizing mag niet beschadigd zijn. 2. Schroefdraad en Voldoet niet Schroefdraad moet intact zijn afdichtring en de afdichtring op zijn plaats. 3.
  • Pagina 123 Digisystem,...
  • Pagina 124 Digisystem, Netspanning en -frequentie voor verschillende landen Bijlage B Netspanning en -frequentie voor verschillende landen Zuid-Amerika Noord Amerika Argentinië 230 V / 50 Hz Canada 120 V / 60 Hz Bolivia 110 V / 50 Hz Verenigde Staten 120 V / 60 Hz Brazilië...
  • Pagina 125 Europa Albanië 230 V / 50 Hz Slovenië 230 V / 50 Hz Oostenrijk 230 V / 50 Hz Spanje 230 V / 50 Hz België 230 V / 50 Hz Zweden 230 V / 50 Hz Wit-Rusland 230 V / 50 Hz Zwitserland 230 V / 50 Hz Bulgarije...
  • Pagina 126 Digisystem, Netspanning en -frequentie voor verschillende landen Afrika Algerije 127-220 V / 50 Hz Niger 220 V / 50 Hz Angola 220 V / 50 Hz Nigeria 230 V / 50 Hz Benin 220 V / 50 Hz Rwanda 220 V / 50 Hz Botswana 220 V / 50 Hz Senegal...
  • Pagina 127 Azië Abu Dhabi 230 V / 50 Hz Oman 240 V / 50 Hz Afghanistan 220 V / 50 Hz Pakistan 230 V / 50 Hz Armenië 220 V / 50 Hz Filippijnen 110-220 V / 60 Hz Azerbeidzjan 220 V / 50 Hz Qatar 240 V / 50 Hz Bahrein...
  • Pagina 128 Digisystem, Index Index Opslag .............102 Leidingzoeker Diepte werkbereik ............87 In werking ............90 Opslag ...............90 Geleidende spiraal Signaalgenerator Functionele controle ..........118 In werking ............94 Gemiddeld detectiebereik Opslag ...............94 Afstand langs geleider ..........87 Signaalklem Gemiddelde diepte nauwkeurigheid ......87 In werking ..........104, 106 Opslag .............104, 106 Sonde...
  • Pagina 130 (ISO-standaard 9001) en milieuzorgsystemen (ISO-standaard 14001). Vraag uw lokale Leica Geosystems-dealer om meer informatie over ons TQM- programma. Leica Geosystems AG Heinrich-Wild-Strasse CH-9435 Heerbrugg...