Digisystem, Toepassing van de Geleidende spiraal
Gebruik van de gelei-
dende spiraal in sonde-
modus
• Let er bij het plaatsen van een aardingspen op, dat er op die plaats geen ondergrondse
leidingen aanwezig zijn. Gebruik vooraf de leidingzoeker.
• Tijdens gebruik moet minimaal de helft van de lengte van de Geleidende spiraal zijn afge-
rold.
1. Steek de stang in de buis, pijp, kabelgoot of afvoer totdat de gewenste lengte bereikt is.
2. Steek de kabels van de signaalgenerator in het aansluitpunt. Sluit de rode kabel aan op
het positieve (+) aansluitpunt op de geleidende spiraal, sluit de zwarte kabel aan op het
negatieve (-) aansluitpunt.
3. Schakel de signaalgenerator in en selecteer het vereiste uitgangsvermogen en de
uitgangsfrequentie. Het signaal is voldoende sterk, als het audiosignaal en de uitgangs-
vermogen-LED overschakelen van pulsvormig naar constant Het signaal is aanwezig over
de gehele lengte van de geleidende spiraal.
4. Traceer de lengte van de stang met behulp van de leidingzoeker, die is ingesteld op
dezelfde frequentie.
Tijdens gebruik moet minimaal de helft van de lengte van de Geleidende spiraal zijn afgerold.
52