Digisystem, Gebruik van de sonde
3. Diepte-indicatie (zie Sondediepte in "2 Gebruik van de leidingzoeker")
Diepte-indicatie kan worden gebruikt met een geschikte diepteleidingzoeker. De leiding-
zoeker moet recht boven de sonde worden geplaatst en in de lengterichting ervan
(roteer de leidingzoeker om zijn as om de hoogste waarde te vinden). Houd de i-toets
2 seconden ingedrukt. De diepte van de sonde zal worden getoond in het dieptescherm
en het sondemodus-pictogram is zichtbaar onder dit scherm.
• Markeer de grond elke 3 tot 4 meter voor referentie en gemak.
• Oefen de procedure met de Sonde bovengronds.
2. Loop terug en plaats de leidingzoeker
direct boven het pieksignaal. Beweeg de
leidingzoeker naar links en naar rechts
totdat de hoogste numerieke waarde
wordt verkregen. Deze waarde geeft de
exacte locatie aan van de sonde.
66