Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoudinspectie
• Controleer het oliepeil (zie bladzijde 8). De motor laten lopen met
een laag oliepeil kan motorschade tot gevolg hebben.
• Controleer het luchtfilter (zie bladzijde 9). Een verontreinigd
luchtfilter beperkt de luchtstroom naar de carburateur, waardoor de
prestatie van de motor en de tuinfrees wordt verminderd.
• Controleer de werking van de gasklep (zie bladzijde 10). De
gasklep moet voor goede gasklepregeling soepel werken.
• Controleer het brandstofpeil (zie bladzijde 13). Als u met een volle
tank begint hoeft u het maaien niet te onderbreken om te tanken.
WERKING
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR VEILIGE
BEDIENING
Raadpleeg alvorens de tuinfrees voor het eerste te bedienen, de
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE op bladzijde 2 en VÓÓR
HET IN BEDRIJF NEMEN in het hoofdstuk beginnend op bladzijde 4.
Ook als u andere bodemfrezen hebt bediend, neem de tijd om u
bekend te maken met de werking van de bedieningsorganen van
deze tuinfrees en het hanteren ervan.
Voor uw eigen veiligheid de motor niet starten of laten draaien in een
dichte ruimte zoals een garage. De motoruitlaat bevat giftig
koolmonoxidegas wat snel kan accumuleren in een dichte ruimte en
kan leiden tot ziekte of de dood.
Mocht de tuinfrees beginnen te schudden of te vibreren, stop de
motor dan onmiddellijk. Inspecteer de tuinfreestanden nadat deze vol-
ledig zijn gestopt, om de oorzaak van de vibratie vast te stellen. Plot-
selinge vibratie is een teken van een gevarenprobleem, zoals losse of
beschadigde tuinfreestanden (of hulpmiddel van de tuinfrees), verbor-
gen voorwerpen in de aarde, of de grond die te hard is om te frezen
(hutselen). Bedien de tuinfrees niet totdat het probleem is gecorri-
geerd.
Langere blootstelling aan vibratie kan een vibratiesyndroom
veroorzaken (HAVS). Symptomen zijn het verlies van huidskleur in de
handen en verdoofdheid of een pijnlijke tinteling sensatie in de
vingres, handen en armen. Regelmatige gebruikers van
krachtapparatuur kunnen de verdoofdheid of pijn spontaan voelen, op
elk moment, niet alleen na het gebruiken van de apparatuur. Mochten
deze symptomen zich voordoen, zie dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIKSFREQUENTIE
Als uw grasmaaier onregelmatig of periodiek wordt gebruikt (meer
dan 4 weken tussen elk gebruik), raadpleeg dan het onderdeel
Benzine van het hoofdstuk OPLSAG (bladzijde 10) voor aanvullende
informatie over brandstofverval
Installatie Van De Tanden
Zorg ervoor dat de tanden goed zijn geïnstalleerd met de bladen
(tanden) naar binnen gebogen en de afstandstukken [1] voor de
tanden naar elkaar gericht. De voorste kant van het blad (tand) is
gebogen.
Gezien van de voorkant .
[1]
Installatie Van De Sleepstang
1. Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld (OFF) alvorens de
sleepstang te installeren.
2. Verwijder de vergrendelpen [1] en de trekhaakpen [2].
3. Monteer de trekstang [3] naar achteren gedraaid. Stel de hoogte in
op één van de 4 hoogtestanden en breng de vorkpen [2] van 6 x 25
mm aan. Zet ze vast met de grendelpen [1].
[1]
Monteer als u klaar bent met de grondbewerking de transportwielen
terug op de trekstang.
De Tuinfrees Verplaatsen
Verplaats de tuinfrees niet terwijl de motor draait.
[1]
De grondbewerker heeft transportwielen voor een gemakkelijke
verplaatsing naar en van de werkplaats. Installeer de
transportwielen [1] door de wielmontage [2] op de trekstang te
steken [3]. Zet ze vast met de vorkgrendelpen [4].
Zie WERKING VAN DE TUINFREES voor meer informatie
(bladzijde
7).
Verwijder voor u de grond bewerkt de transportwielen van de
trekstang.
DE MOTOR STARTEN
1. Schuif de stopschakelaar
[1] van de motor naar de
ON (AAN) stand.
2. Beweeg de
chokehefboom [2]
omhoog naar de
GESLOTEN (CLOSED)
() stand.
Laat de chokehefboom
omlaag, in de OPEN
VOORUIT
stand, om een warme motor te starten.
NEDERLANDS
[2]
[3]
[3]
[2]
OFF ON OFF
[4]
[1]
5
Advertenties
Inhoudsopgave
