Beschrijving van de werking
Luchtdrukbewaker
Functie ventilatordrukbewaking (LDW1)
B
Afb. 53
De schakelgrens van de luchtdrukbewaker 1 (LDW1)
wordt in alle ventilatoropstartfasen bewaakt en in de
modulerende brandermodus gecontroleerd. Hiermee
wordt onder andere een minimale voorventilatie veilig-
gesteld.
De luchtdrukbewaker
A
tomaat in de volgende situaties een uitschakeling
wegens storing:
Functie verbrandingskamerbewaking (LDW2)
B
Afb. 54
Om de druk in de verbrandingskamer te bewaken,
wordt de schakelgrens van de luchtdrukbewaker 2
(LDW2) in alle bedrijfsfasen (uitgezonderd veiligheids-
en stabiliseringstijd) bewaakt.
De luchtdrukbewaker
C
tomaat in de volgende situaties een uitschakeling
wegens storing:
50
A
veroorzaakt op de branderau-
C
veroorzaakt op de branderau-
Als de ruststandcontrole na circa 5 minuten niet suc-
■
cesvol was.
■
Wanneer in de voorventilatiefase de luchtdruk buiten
het toegelaten bereik ligt (tolerantieperiode circa 5
minuten).
■
Wanneer in de regelwerking de luchtdrukbewaker
uitvalt of de luchtdruk buiten het toegestane bereik
ligt.
De uitschakeling wegens storing wordt met de sto-
ringsindicaties "F F5" en "F F7" in het display van de
branderautomaat (zie pagina 30) aangegeven. De uit-
schakeling wegens storing wordt verholpen door op
ontgrendelingstoets
te drukken.
B
Brandervermo-
Instelwaarde LDW1 in mbar (Pa)
gen in kW
87
115
142
186
246
311
■
Wanneer in de voorventilatiefase, in de regelmodus
of in de naventilatiefase na twee pogingen de druk in
de verbrandingskamer buiten het toegestane bereik
ligt.
De uitschakeling wegens storing wordt met de sto-
ringsindicaties "F FB" in het display van de branderau-
tomaat (zie pagina 30) aangegeven. De uitschakeling
wegens storing wordt verholpen door op ontgrende-
lingstoets
te drukken.
B
Brandervermo-
Instelwaarde LDW2 in mbar (Pa)
gen in kW
87
115
142
186
246
311
0,5
(50)
↓
1
(100)
↓
5
(0,5)
↑